Waarheid overwint
Mattheüs 2:5
„En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem in Judea gelegen, want alzo is geschreven door de profeet …”
Zodra Christus verscheen en kwam, werden de leugenachtige godsspraken met stomheid geslagen, tot zwijgen gebracht en voor een groot deel tenietgedaan. Want de geschiedenis deelt ons mee (en er is geen twijfel aan, omdat de mededeling van Christus’ vijanden zelf komt), dat toen de heidense godsspraken ophielden.
Het bestaan van zulke godsspraken of orakels te ontkennen, zou het ontkennen zijn van de gehele oude geschiedenis en daarmee het gebruik van onze zintuigen. Waar het Evangelie ook gepredikt werd, werd men overtuigd van hun bedrog, en dat is nu nog het geval. In ons land is er zeer weinig over van deze zaken, zelfs niet in schijngestalte. Want toen het Evangelie in de wereld kwam, werd de satan door de vinger van Christus uit de wereld geworpen, die in deze zin in duisternis had gelegen. Maar nu zijn wij onder het heerlijk bestuur van het Evangelie van onze Koning en oudste Broeder Jezus en zijn verlost van satans juk, indien wij met Hem heersen.
Toch zijn er vele landen tot op deze dag, en ook mensen die in verre landen wonen, die nog zijn kwellende benauwing ervaren. Ook zijn wijzelf, in een geestelijke zin, niet altijd vrij van aanvallen; zodat wij geheel verlost moeten worden van zijn tirannieke aanvallen, want dikwijls treffen wij grote verzoekingen en soms merkbare duisternis aan in de dingen van Gods (koninkrijk).
Joseph Hart, predikant te Londen
(”Preek over Mattheüs 2:2a, Waar is de geboren Koning van de Joden?”; 1767)