Biesheuvel wilde „minstens twee vrouwen” in zijn kabinet
De koning zal volgende week voor het eerst een kabinet beëdigen dat voor de helft uit vrouwen bestaat, maar in aanloop naar het kabinet-Biesheuvel in 1971 was de aanwezigheid van vrouwen in het kabinet ook wel iets dat actief werd nagestreefd. Willem Aantjes, fractievoorzitter van de toenmalige ARP, nam de kwestie zelfs mee naar bed, staat in een brief die hij schreef aan de premier van het aankomende kabinet van toen, Barend Biesheuvel. Die had gevraagd na te denken over „minstens twee vrouwen” onder de staatssecretarissen.
De brief van ‘je Wim’ aan ‘Beste Barend’ is met andere epistels van zijn hand te vinden in de stukken die het Nationaal Archief in Den Haag dinsdag heeft vrijgegeven. Het schrijven is van 2 juli om 04.30 uur, iets dat Aantjes er nadrukkelijk boven heeft gezet. „In mijn slaap heeft mij alleen nog bezig gehouden het vrouwelijk element in je kabinet”, meldde hij Biesheuvel. Hij dacht aan Hannie van Leeuwen, die al voor zijn partij in de Tweede Kamer zat. De fractievoorzitter wilde haar liever niet missen, maar „voor het kabinet is het echter goed een vrouw erin te hebben, die de politiek aan de vrouwen (50 à 52 procent van de kiezers) verkopen kan.”
„Haar kwaliteit in de Kamer is beter dan die van de vrouwen uit de andere regeringspartijen”, hield hij Biesheuvel voor. Uiteindelijk werd ze het niet, maar werd Fia van Veenendaal-van Meggelen de enige vrouwelijke staatssecretaris, naast Henk Vonhoff op Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM). Ze hadden de taken verdeeld. Piet Engels, de nieuwe CRM-minister, zou niet met Van Leeuwen akkoord zijn gegaan.
Vrouwelijke staatssecretarissen en ministers waren overigens ook in 1971 geen geheel nieuw fenomeen. Anna de Waal trad in 1953 aan als eerste vrouwelijke staatssecretaris (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen). De eerste vrouwelijke minister was Marga Klompé die in 1956 benoemd werd (Maatschappelijk Werk).