Grote studie: minder ziekenhuisopnames na booster met Janssen
Een boosterprik met het coronavaccin van het Nederlandse Janssen beschermt na een omikronbesmetting goed tegen ziekenopname. Die bescherming loopt bovendien in de eerste periode na de prik op. Dat komt naar voren uit een grote Zuid-Afrikaanse studie, die nog niet is beoordeeld door andere wetenschappers.
Onderzoeksorganisatie South African Medical Research Council (SAMRC) keek naar ziekenhuisopnames in november en december. Ze vergeleek de medische gegevens van bijna 70.000 zorgverleners die waren ingeënt met het Janssen-vaccin, waarvan een enkele prik geldt als volledige vaccinatie, met die van ongevaccineerde patiënten.
De effectiviteit van het vaccin bij het voorkomen van ziekenhuisopname steeg van 63 procent kort na een tweede dosis tot 84 procent na twee weken. Een tot twee maanden na de booster zou het vaccin voor 85 procent effectief zijn bij het voorkomen van ziekenhuisopnames. „We laten zien dat mensen na twee doses weer volledig zijn beschermd”, zei een onderzoeker.
In Zuid-Afrika hebben veel zorgverleners het Janssen-vaccin gekregen. Ze krijgen sinds november ook boosterprikken. Dat maakte de weg vrij voor het grootschalige onderzoek van de SAMRC. De onderzoekers zeggen dat uit de studie niet kan worden opgemaakt of het ook zinvol is om mensen na een Janssen-booster ook nog een derde of vierde prik te geven.
In Nederland heeft het kabinet besloten om, in navolging van een advies van de Gezondheidsraad, Janssen voorlopig niet in te zetten als boostervaccin. Volgens de raad lijkt een boosterprik met de mRNA-vaccins van Pfizer/BioNTech of Moderna in eerste instantie beter te werken, vooral bij mensen die eerder al het Janssen-vaccin kregen.
Bovendien, zo redeneert de raad, geeft het Janssen-vaccin een risico op een zeldzame maar ernstige bijwerking: trombose in combinatie met een verlaagd aantal bloedplaatjes.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelde eerder deze maand dat in de eerste maanden na een eerste prik met Janssen de hoeveelheid antistoffen tegen de deltavariant van het virus lijkt toe te nemen. Bij de mRNA-vaccins neemt de bescherming tegen besmetting in de maanden na de eerste prikken juist af. Ook na een boosterprik met een van de mRNA-vaccins zal de werking na verloop van tijd afnemen, zei Jaap van Dissel van het RIVM onlangs in de Tweede Kamer.