Rechter oordeelt over van corruptie verdachte Vestia-medewerkers
De rechtbank Den Haag doet vrijdag uitspraak in een zaak waarin oud-medewerkers van Vestia worden verdacht van corruptie, oplichting en valsheid in geschrifte. De twee hoofdverdachten zouden onder andere zijn omgekocht om klussen van de woningcorporatie aan bepaalde onderhouds- en schoonmaakbedrijven te gunnen.
Het Openbaar Ministerie eiste celstraffen van vier en drie jaar tegen de voormalige vastgoedbeheerder en een medewerker sociaal beheer van de corporatie, waarvan een jaar voorwaardelijk. Ze worden verdacht van het aannemen van steekpenningen. Die zouden ze jarenlang hebben ontvangen van schoonmaak- en onderhoudsbedrijven uit de regio Rotterdam in ruil voor klussen. In totaal is de woningcorporatie voor ongeveer 2,5 miljoen euro benadeeld door deze malafide praktijken en dat treft ook de sociale huurders, stelt justitie.
Naast het aannemen van steekpenningen zouden er ook facturen zijn opgesteld voor spookopdrachten. Daarnaast werden volgens openbaar aanklagers offertes van onderaannemers opgehoogd zonder dat zij daar zelf vanaf wisten. Het verschil tussen die bedragen verdeelden de verdachten onderling.
Tegen betrokken bedrijven eiste het OM geldboetes. Tegen de overige verdachten zijn straffen geëist variërend van taakstraffen tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
Het is niet het eerste schandaal rond Vestia, ooit de grootste woningcorporatie van Nederland. De corporatie viel in 2012 bijna om door een ander groot schandaal rond de aankoop van derivaten ter waarde van miljarden euro’s. Het ging om complexe financiële producten die bescherming moesten bieden tegen rentestijgingen. Toen de rentes begonnen te dalen zorgden de derivaten voor grote financiële problemen. Uiteindelijk bleek dat de kasbeheerder samen met een financieel tussenpersoon miljoenen euro’s aan commissies had opgestreken voor de derivatendeals.