Curaçaose regering negeert delegatie Amnesty
De Curaçaose regering heeft afgelopen week een delegatie van Amnesty International Nederland genegeerd die wilde praten over de schending van mensenrechten van Venezolaanse vluchtelingen. Ook werd hen verboden de barakken te bezoeken waar vluchtelingen worden vastgehouden.
Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty International Nederland, en Amnesty-onderzoeker Yara Boff Tonella zeiden vrijdag tegen het ANP dat ze het betreuren dat er geen afspraak met de regering kon worden gemaakt. In een rapport dat is verschenen op 11 oktober stelt de mensenrechtenorganisatie dat Curaçao nog steeds de rechten schendt van Venezolanen die vluchten naar het eiland.
Zo zouden Venezolanen worden vernederd en vastgehouden in onmenselijke omstandigheden en worden kinderen in sommige gevallen los van hun ouders teruggestuurd. Tot nu toe is er geen enkele reactie van de eilandregering op het rapport gekomen. In 2018 publiceerde Amnesty ook al een soortgelijk rapport. De regering zei toen zich te houden aan internationale wetten en afspraken.
De huidige minister van Justitie, en tevens minister-president, Gilmar ‘Pik’ Pisas liet weten de delegatie niet te kunnen ontvangen. De barakken waren wegens verbouwing niet toegankelijk, zo kreeg de delegatie van de mensenrechtenorganisatie te horen. Op Aruba werden ze wel ontvangen door de regering en kregen ze, ondanks een verbouwing, wel een rondleiding in de vreemdelingenbarakken.
Oudshoorn laat weten blij te zijn dat ze tijdens haar bezoek op Curaçao wel met mensenrechtenorganisaties heeft kunnen spreken, evenals met de plaatsvervangend gouverneur van Curaçao en de Vertegenwoordiger van Nederland op het eiland. „Maar in het belang van de mensenrechten zullen we blijven proberen met de Curaçaose regering te praten.” Ook zal contact worden gezocht met volksvertegenwoordigers op het eiland.