Recensie: Arjan Versluis met barok en fantasie
De tweede cd van Arjan Versluis bij zijn zilveren jubileum als kerkorganist is een ode aan de muzikale fantasie, zoals die zich onder andere uit in de ”stylus fantasticus” bij Bach en Buxtehude, maar ook in improvisaties, een genre dat Versluis met bijzondere graagte en dito flair beoefent.
In een zevendelige reeks variaties over Psalm 81, in totaal tien minuten –bij Versluis schuilt veel kracht in ”Beschränkung”–, legt hij zich een ongehoorde beperking op: de melodie klinkt uitsluitend in het pedaal. Knetterende, kristalheldere klanken, tintelend van leven en onbetoomde energie: het is Versluis ten voeten uit. Briljant fluitenspel tegen een achtergrond van ultrazachte strijkers roept de stilte van Psalm 65 op. In de extatische Psalm 47 tart de organist alle grenzen en schaamt hij zich zelfs Amerikaanse jazz en blues niet.
Toppunt van Bachgrilligheid is ongetwijfeld de Fantasie in g, BWV 542, hier losgezongen van de fuga, die veel later klinkt als afsluiting van 41 minuten Bach. Versluis weet telkens eigen stempels te zetten, zonder buitenissig te hoeven zijn. Dat gebeurt minder in de Fantasia und Fuge in c, BWV 537, beide in opvallend getemperde registratie. Niet onvermeld mogen blijven drie miniatuurkoraalbewerkingen, met weergaloze solo’s van onder andere Vox Humana en Nasard, ook dankzij de opname ongemeen present tot klinken komend. Originele registraties zijn er ook in Buxtehudes Toccata in d, transparant en lichtvoetig uitgevoerd. De lichtste en ijlste toetsen zijn voor Böhm, perfect passend bij de partita over ”Jesu, du bist allzu schöne”.
Con Fantasia – Bätz/Witte organ, Grote Kerk Gorinchem – Volume 2 – Arjan Versluis; D.E. Versluis Classical Music Productions (DEV-AV 1040); € 12,50; bestellen: www.deversluis.nl