ECB stopt noodsteunprogramma
De Europese Centrale Bank (ECB) verlengt het coronasteunprogramma eind maart niet meer. De centrale bank zet zijn reguliere programma –opgestart tijdens de financiële crisis– in om de overgang te verzachten.
Dat heeft de ECB donderdag besloten. De noodsteun werd begin vorig jaar ingesteld om de Europese landen door de coronacrisis te helpen. Maar omdat de economie zich herstelt kan de aankoop van staatsleningen en bedrijfsobligaties geleidelijk worden afgebouwd. Daar is maandelijks zo’n 80 miljard euro mee gemoeid. Geld dat wordt terugbetaald blijft de ECB nog wel tot zeker eind 2024 herinvesteren. Dat is langer dan gepland. En als het nodig is, kan de noodsteun snel weer worden opgestart, benadrukte de bank.
Het reguliere opkoopprogramma voor het stimuleren van de economie wordt opgehoogd zodra de noodsteun stopt. Maandelijks steekt de ECB daar nu nog 20 miljard euro in. In het tweede kwartaal van 2022 verdubbelt dat naar 40 miljard euro per maand. In het derde kwartaal wordt dat teruggebracht naar 30 miljard en vanaf oktober is dat programma weer terug op het huidige niveau.
De ECB houdt verder een slag om de arm om onrust op bijvoorbeeld de Griekse kapitaalmarkten tegen te gaan. Onder het coronasteunpakket koopt de centrale bank Griekse staatsleningen op, maar dat gebeurt niet onder het oudere opkoopprogramma. Dat zou betekenen dat Griekenland weer een hogere rente zou moeten betalen om geld te lenen. Als dat tot problemen leidt, kan een groter deel van de herinvesteringen van de coronasteun naar Griekse schuldpapieren gaan.
Inflatie
De ECB besloot verder de rente gelijk te houden. Daarmee kiest hij een andere koers dan de Amerikaanse en Britse centrale banken, die hun rentes gaan verhogen.
De ECB houdt nog altijd vol dat de inflatie, die nu hoog is, op de middellange termijn terugvalt tot onder het ECB-doel van 2 procent. Voor 2023 en 2024 gaat de centrale bank uit van een inflatie van 1,8 procent. Daarbij geeft Lagarde wel aan dat er ook risico’s zijn dat de inflatie hoger uitkomt, bijvoorbeeld als salarissen sterker stijgen dan verwacht en bedrijven daardoor hun prijzen verhogen.
De huidige hoge inflatie komt vooral door de hoge energieprijzen, aldus Lagarde. De kerninflatie, zonder sterk wisselende prijzen voor energie en voedsel, blijft ook volgend jaar nog onder de 1,9 procent.
De ECB gaat uit van een economische groei van de eurozone met 5,1 procent dit jaar en 4,2 procent volgend jaar, wat lager is dan eerdere prognoses voor 2022. In 2023 groeit de economie dan met 2,9 procent en dat is juist een sterkere toename dan eerder verwacht. De economie groeit in 2024 ten slotte met 1,6 procent, voorziet de ECB.