Vakbonden en werkgevers reageren overwegend positief op regeerakkoord
De reformatorische vakorganisatie RMU is positief over de afspraken die er in het akkoord staan over de arbeidsmarkt. Vakbonden CNV en FNV zijn blij dat het verschil tussen flex- en vaste contracten wordt verkleind.
Onder andere het streven om de verschillen tussen vast en flexwerk te verkleinen, werken lonender te maken en de armoedeval te verkleinen, juicht de RMU van harte toe. Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid vindt het goed dat de overheid het rapport van de commissie Borstlap en de adviezen van vakbonden serieus neemt. „Het is heilzaam voor zowel werknemers als werkgevers als de arbeidsmarkt sociaal duurzamer wordt, zoals wij ook benoemen in onze arbeidsvoorwaardennota.”
De RMU is ook overwegend vreugdevol gestemd over het beleid dat gemaakt wordt op het gebied van zelfstandigen. Daarnaast is de vakorganisatie „dankbaar” voor de voorgenomen salarisverhoging in de zorg en het onderwijs. De vakorganisatie geeft overigens wel aan op het gebied van medische ethiek en onderwijsvrijheid de nodige zorgen te hebben.
Vakbond CNV ziet het regeerakkoord als een beloftevolle stap op weg naar een gezonde arbeidsmarkt. Het nieuwe kabinet gaat jaarlijks 500 miljoen euro steken in de hervorming van de arbeidsmarkt en wil het verschil tussen flex- en vaste contracten verkleinen. De vakbond zegt dat het kabinet het advies van werkgevers en vakbonden over hervorming van de arbeidsmarkt bijna integraal heeft overgenomen in het regeerakkoord. „Dat betekent een flinke overwinning voor werknemers.”
Vakbond FNV is blij dat de „doorgeslagen” flexibilisering van de arbeidsmarkt „eindelijk” een halt wordt toegeroepen. „Maar dit akkoord is geen reden tot feest”, zegt FNV-voorzitter Tuur Elzinga. Zo vindt hij de voorgenomen verhoging van het wettelijk minimumloon, dat in fases stijgt tot 7,5 procent, niet genoeg.
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zeggen dat de coalitiepartijen met het akkoord „een goede basis voor de noodzakelijke verduurzaming en modernisering van ons land” hebben gelegd. Ze wijzen onder andere op ambitieus klimaat- en stikstofbeleid, vernieuwd arbeidsmarktbeleid en een stevige bouw- en woonagenda, maar ook aandacht voor ondernemerschap en het mkb.