Het joodse kerkgenootschap verwijst naar het strijdbare optreden van de prins tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarmee heeft hij een plek verworven in de harten van de Nederlandse bevolking en vormde hij ook voor het joodse bevolkingsdeel een van de meest manifeste onderdelen van het koningshuis, een van de bakens die men zo nodig had.

Wekelijks wordt op sjabbat (zaterdag) in de synagogen van het joodse kerkgenootschap gebeden voor het welzijn van de Koningin, haar echtgenote en voor dat van het gehele Koninklijk Huis. De permanente commissie (bestuur) van het NIK uit haar „spijt” dat die gebeden voor de overleden prins niet meer hebben mogen baten. „De Koning aller koningen heeft anders beschikt en prins Bernhard tot Zich genomen om hem niet meer in het aardse welzijn te laten delen; moge het hemelse welzijn nu zijn deel zijn.”