„Pgb ondermijnt de mantelzorg”
Staatssecretaris Ross van VWS vreest dat persoonsgebonden budgetten de bereidheid om onbetaald mantelzorg te verlenen, verminderen. Ze wil wellicht de periode waarin iemand zijn of haar partner belangeloos verzorgt, verlengen. Die termijn staat nu op drie maanden.
Ross laat onderzoeken in hoeverre de huidige regeling de verborgen vraag naar persoonsgebonden budgetten (pgb’s) stimuleert en wat het effect daarvan is op lange termijn. Op dit moment is een werkgroep bezig om te onderzoeken wat in redelijkheid van naaste familieleden en mantelzorgers mag worden verwacht, zo schrijft Ross aan de Tweede Kamer.
Ross voelt niets voor de suggestie om pgb-houders te verbieden een inwonend familielid uit te betalen. Ruim 60 procent van de mensen met een persoonsgebonden budget koopt alleen zorg in bij bekenden of mantelzorgers. Zo krijgen ouders die hun gehandicapt kind thuis verzorgen en kinderen die hun hulpbehoeftige ouder(s) hulp verlenen, geld uitbetaald via het pgb. Het idee om inwonende familieleden uit te sluiten van uitbetaling, is afkomstig van het College voor Zorgverzekeringen.
Mensen met een pgb mogen niet langer 10 procent van het budget dat ze aan het eind van het jaar overhouden, meenemen naar het volgende jaar. Uitvoering van deze regeling blijkt in de praktijk in administratief opzicht zo lastig dat Ross heeft besloten tot afschaffing.
De bewindsvrouw heeft ook beslist dat pgb-houders die thuiszorg ontvangen bij tijdelijke opname in een verzorgings- of verpleeghuis, niet langer een dubbele eigen bijdrage hoeven te betalen. Zorgvragers moeten nu naast een eigen bijdrage in het pgb ook een eigen bijdrage betalen als ze tijdelijk worden opgenomen. Deze correctie kost de overheid 222.000 euro per jaar.
Om de uitvoering van de pgb-regeling te vergemakkelijken schaft Ross de bepaling af dat budgethouders per maand verantwoording moeten afleggen van hun uitgaven. Iemand die een jaar lang naar tevredenheid van toezichthouders met het geld is omgegaan, mag per kwartaal verantwoording gaan afleggen. Daardoor daalt het aantal formulieren met 12,5 procent.
Pgb-houders moeten er rekening mee houden dat voor het onderdeel huishoudelijke verzorging er per 1 januari 2006 ingrijpende veranderingen optreden. De huishoudelijke zorg zal dan uit de AWBZ gaan en worden overgeheveld naar de gemeenten. Kortdurende geestelijke gezondheidszorg wordt ondergebracht in de ziektekostenverzekering. Voor deze vormen van zorg zijn dan geen pgb’s meer mogelijk.