OM vermoedt dat Samir A. explosieven vroeg aan IS-politiechef
Voormalig Hofstadgroep-lid Samir A. wordt er door het Openbaar Ministerie (OM) van verdacht dat hij terreurorganisatie IS heeft gevraagd om explosieven of wapens voor een aanslag in Nederland. Dat bleek vrijdagochtend bij de start van de rechtszaak tegen A. (35) in de rechtbank van Rotterdam. De Rotterdammer staat samen met drie andere mannen terecht, omdat zij volgens het OM met behulp van een zogeheten hawalabankier geld hebben ingezameld voor vrouwen en kinderen in voormalig IS-gebied om weg te komen uit kampen.
Het OM verzocht de rechtbank de hele zaak uit te stellen. Volgens de officier van justitie heeft de FBI nieuwe informatie verstrekt waaruit blijkt dat A. in 2017 contact onderhield met een leider van de religieuze politie van terreurorganisatie IS in Syrië. Bij ondervragingen tijdens diens gevangenschap in een Koerdische gevangenis zou die politiechef hebben gezegd dat hij A. sprak. Volgens het OM zou A. „in verkapte bewoordingen hebben gevraagd om explosieven of wapens”.
Het OM vroeg de rechtbank om uitstel om nader onderzoek te doen naar de contacten van A. met Islamitische Staat. Onder meer een telefoon en een iTunes-account van A. moeten worden onderzocht. „A. zegt helemaal niets van doen te hebben met IS. Hij zegt juist vrouwen te helpen weg te komen van dat regime. Dat lijkt niet overeen te komen met die gesprekken”, motiveerde het OM het verzoek.
De advocaat van A. verzet zich tegen uitstel. De rechtbank neemt later vrijdag een beslissing.