Jan van Dijks taalles kan zomaar uitlopen op gesprek over vervolgde christen
Omzien naar vervolgde christenen is een wezenlijk deel van christen-zijn, vindt leerkracht Jan van Dijk (29). Hij kaart het thema regelmatig in de klas aan.
Het grootste deel van de dag geeft hij „gewoon aardrijkskunde, rekenen en taal”, benadrukt Van Dijk, leerkracht op de Sébaschool in Ochten. Duidelijk is echter wel dat het thema christenvervolging zijn hart heeft. Iedere dag zoekt hij aanleidingen om het onderwerp bespreekbaar te maken in de groep 4 die hij lesgeeft.
Wat vindt u belangrijk om uw leerlingen mee te geven over christenvervolging?
„Christenvervolging komt ook in Nederland heel dichtbij. Ik denk dat alle christenen, dus ook de kinderen die ik lesgeef, in een bepaalde mate ermee te maken krijgen. Toen ik nog groep 8 lesgaf, zei ik weleens in de klas: „Als jij straks met je klasgenoten in de aula van het voortgezet onderwijs zit, durf je dan om stilte te vragen zodat je kunt bidden voor het eten?” Als we in de kleine dingen niet getrouw durven te zijn, hoe kunnen we dan standvastig blijven als we in een situatie zoals die in Noord-Korea terecht zouden komen?”
Waarom vraagt u in uw les aandacht voor vervolgde christenen?
„De band met de buitenlandse kerk is een wezenlijk deel van het christen-zijn. Er is maar één algemene christelijke kerk. Een Nederlandse christen staat daarom niet los van een christen in het buitenland. Kinderen moeten leren oog te krijgen voor hun naaste.
Ook vind ik dat we veel kunnen leren van de zelfverloochening van vervolgde christenen in het belijden van het geloof. Het is een eer als je mag lijden voor God.”
Hoe kaart u het onderwerp aan?
„Ik probeer vaak aan te sluiten bij de actualiteit. Toen er onlangs veel vluchtelingen naar Nederland kwamen, heb ik bijvoorbeeld uitgelegd dat daar ook vervolgde christenen tussen zitten. Dat biedt de mogelijkheid voor een gesprek.
Ook kiezen mijn duo-collega en ik bewust een voorleesboek uit met een christelijke boodschap. Daarin komt het thema vervolging ook aan bod. Ik las bijvoorbeeld uit ”Tekko en de witte man” voor. In dat boek komt een Afrikaanse jongen in aanraking met de Bijbel. Vervolgens probeert de toverdokter uit het dorp hem te doden. Zulke verhalen slaan aan bij kinderen.
Het is overigens niet zo dat ik een aantal vaste uren lesgeef over christenvervolging. Ik kaart het thema vooral aan door kleine aanleidingen te zoeken. Als er tijdens de taalles bijvoorbeeld een woord langskomt als ”doodstraf”, biedt dat een mooie gelegenheid voor een gesprek.”
Hoe voorkomt u romantisering van de vervolgde kerk?
„Dat vind ik een lastige vraag, omdat kinderen al snel opkijken tegen christenen die hun geloof niet opgeven ondanks de vervolging. Wel probeer ik de klas mee te geven dat vervolgde christenen gewone mensen zijn. In een les over Noord-Korea zeg ik er dan bij dat de geheime christenen amper tijd hebben om met elkaar over God te praten. Ze moeten hard werken en hebben het misschien alleen over hun geloof als ze in het park wandelen. Dat is dan hun kerkdienst.”
Wanneer is een les over christenvervolging voor u geslaagd?
„Zelf kan ik een les niet laten slagen. Dat is niet aan mij. Ik probeer de kinderen wel te vormen in hun christen-zijn. Daarmee strooi ik brood uit op de wateren. Ik denk dat een les pas geslaagd is als kinderen de noodzaak van bekering gaan inzien; als ze beseffen dat uitkomen voor je geloof niet alleen ligt in heldhaftig je leven geven omdat je christen bent.”
In de rubriek ”Mee-lijden” krijgt steun voor vervolgde christenen een gezicht.
Jan van Dijk (29) uit Opheusden is leerkracht op de Sébaschool in Ochten. Hij geeft daar twee dagen per week les aan groep 4. Eerder stond hij voor de groepen 6 en 8. Hij wil zijn leerlingen laten zien hoe actueel christenvervolging ook in Nederland is.