Europese Commissie: politieactie over grens moet gemakkelijker
Het moet gemakkelijker worden voor de politie om criminelen over de grens op te sporen, zowel fysiek als met onderzoek. De Europese Commissie stelt daarom voor de Europese wetgeving voor politiesamenwerking aan te scherpen en de regels over uitwisseling van informatie te verduidelijken.
Volgens Eurocommissaris Ylva Johansson (Binnenlandse Zaken) zullen de voorstellen praktische, grensoverschrijdende problemen die dagelijks voorkomen oplossen. „Bijvoorbeeld, welke regels gelden als de politie achter een crimineel aan zit als die een ander EU-land binnengaat? Tot hoe ver in het land kunnen ze blijven achtervolgen? Mogen ze hun wapens gebruiken? Daar zijn nu verschillende en ingewikkelde nationale regels voor. Met dit voorstel komt er een duidelijk Europees juridisch kader. Ook komen er betere instrumenten om informatie uit te wisselen die nodig is voor onderzoek.”
Bijna 70 procent van de criminele netwerken is volgens het Europese samenwerkingsverband van politiediensten Europol actief in meer dan drie EU-landen. En 65 procent van deze netwerken, vaak actief in grensoverschrijdende drugshandel, vermogensdelicten en mensensmokkel en -handel, bestaat uit criminelen met verschillende nationaliteiten.
Voor operationele samenwerking tussen nationale politiediensten, zoals gezamenlijke patrouilles en optreden op het grondgebied van een andere lidstaat, stelt het dagelijks EU-bestuur een lange lijst voor van zware criminele activiteiten waarvoor de politie de grens mag oversteken. Dat is onder andere het geval bij terrorisme, kindermisbruik en -porno, gewapende overvallen, orgaanhandel, moord, verkrachting en valsemunterij. Ook de manier waarop over het optreden wordt gecommuniceerd wordt vastgelegd. De actie en het strafrechtelijk onderzoek blijven de verantwoordelijkheid van de lidstaat waar de zaak speelt.
De politie moet ook sneller en beter toegang tot informatie krijgen over een verdachte, als die bijvoorbeeld in het buitenland met vingerdrukken of DNA geregistreerd zou kunnen staan. De commissie pleit voor het opzetten van een gemeenschappelijk contactpunt dat permanent open is. Gevraagde informatie moet voor dringende zaken binnen acht uur beschikbaar komen en voor andere binnen een week. Brussel doet ook de aanbeveling dat politiediensten met elkaar trainen en taalcursussen regelen.