Over de zinloosheid van discussies
Wat mij in deze tijden veel bezighoudt is de polarisatie, de tegenstellingen in kerk en maatschappij, de toegenomen agressie en de revolutionaire sfeer van: wij maken het zelf wel uit. Kampen ontstaan: je bent voor of tegen, hoor je bij ons of bij hen.
Ik heb vrij lang de naïeve overtuiging gehad dat mensen zich door verstandige argumenten laten overtuigen. Zolang argumenten kloppen, gecheckt kunnen worden en verstandig zijn, stellen mensen hun overtuigingen wel bij, laten ze zich overtuigen. De kranten lezend en nieuwsfora volgend weten we inmiddels dat niets minder waar is. ”Alternatieve feiten” krijgen ruimschoots podium en gehoor en de uitspraak ”dit is mijn mening” lijkt evenveel gewicht te hebben als een verstandig en goed onderbouwd betoog.
In 1995 werd in Amerika een boek gepubliceerd dat nogal wat stof deed opwaaien. De vertaalde titel: ”De vergissing van Descartes. Gevoel, verstand en het menselijk brein”, geschreven door de neuroloog Antonio Damasio. Damasio toonde aan de hand van vernuftige experimenten aan dat mensen helemaal geen keuzes maken op grond van weloverwogen oordelen en argumenten, maar op grond van onderbuikgevoelens (”gut feelings”). Vaak onbewuste lichamelijke sensaties en gevoelens die gepaard gaan met ervaringen van alle dag worden opgeslagen in het lichaamsgeheugen en geven een aanzet tot een bepaalde keuze. Als we elke mogelijke keuze louter verstandelijk zouden moeten afwegen, komen we nooit tot iets, eenvoudigweg omdat de keuzemogelijkheden te veel zijn. Kortom, het is dus deze gevoelslaag, ons ”gemoed” dat onze keuzes bepaalt en ons verstand verzint er een logisch klinkend verhaaltje bij. De uitspraak ”het voelt gewoon zo”, is dus meer dan alleen maar een postmoderne dooddoener.
Daarom hecht ik niet zo veel waarde aan vaak verhitte discussies tussen voor- en tegenstanders van zeg: de coronamaatregelen, vaccinaties, 2G, milieumaatregelen en ga zo maar door. Om van kerkelijke twistgesprekken nog maar te zwijgen. Wij láten ons niet overtuigen door argumenten zolang we niet in ons gemoed worden geraakt. Ga bij uzelf maar eens na. Waarom laten gebeurtenissen, personen, boeken, de Matthäus Passion zo’n indruk na? Omdat we geraakt en getroffen worden in ons gemoed door iets wat groter is dan wij zijn. Eerst worden we geraakt en vervolgens gaan we erover nadenken waarom we nu tot dieper inzicht gekomen zijn dan wel overtuigd zijn geworden.
Het is van belang dat we in maatschappij en kerk oog hebben voor deze gevoelslaag áchter de argumenten. Concreet betekent dit dat het zal moeten gaan over gevoelens van onzekerheid, angst, verwarring of vertwijfeling. Waar gaan we heen, waar vind ik houvast?
Als we dan niet overtuigd worden door rationele argumenten, waardoor dan wel? Wat raakt ons dieper dan wat dan ook in deze wereld? Het is de liefde, die verborgen trekking die ”ons te sterk wordt”. Denk aan het boek ”Verrast door vreugde” van C. S. Lewis, waarin hij zijn bekering tot Christus beschrijft. Werkelijk overtuigd worden heeft een element van verrassing in zich. Plotseling breekt het licht door! Ik luisterde naar een podcast waar Kristien Hemmerechts, een links feministisch georiënteerde en antikerkelijke Vlaamse schrijfster, geïnterviewd werd. Ze was namelijk in een kerk gesignaleerd! Ze kon het moeilijk verwoorden, gaf ze aan, maar ze was in haar gemoed geraakt. Ze wist zich thuisgekomen in de katholieke gemeenschap Sant’Egidio, een gemeenschap met een traditionele liturgie en een groot hart voor de allerarmsten van deze wereld.
Wat een roeping voor de kerk van vandaag, een kerk die immers leeft op en uit de liefde van Christus, die niets te verliezen heeft omdat ze al uit de dood herrezen het eeuwige leven in zich draagt. Die alleen maar hoeft te geven en haar armen uitgestrekt heeft naar deze wereld in nood, de vluchteling aan de grens, de zwakken van geest en zij die afvallen in de ratrace naar succes, zij die het maar niet kunnen maken in deze wereld. De gemeenschap van de kerk, wij die mogen geven wat we ontvangen hebben, zal mensen raken, treffen. Niet door het uitwisselen van argumenten, maar door de uitgestoken hand, de niet-oordelende, verwelkomende blik – de liefde.
De auteur is psychiater.