De synode van het kerkgenootschap besloot in mei al deze dag te houden. De synode van de FPC ziet vooral noodzaak voor een biddag vanwege het „seculiere humanisme” dat alles doet „om het christendom van de aardbodem weg te vagen.” De FPC-gemeenten bidden ook voor de kerken die ruimte geven aan wereldsgezindheid en niet ingaan tegen de „zonden van Sodom en Gomorra.”

De FPC kent een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking. De kerk heeft ook veel banden heeft met Nederland door het zendingswerk in Mbuma (Afrika) dat ook door de Nederlandse Mbuma-stichting wordt gesteund.

Door de biddag te beleggen, worden „we ons bewust van onze christelijke plicht regelmatig de noden niet alleen van de kerk, maar ook van ons land, op te dragen”, schrijft synodescriba ds. Keith M. Watkins. Hij verwijst naar de houding van Samuël in diens tijd toen er ook veel mis was met de godsdienst: „Het zij verre van mij, dat ik tegen den Heere zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden” (1 Samuël 12:23). Ds. Watkins hoopt dat veel leden van de Schotse kerk, dezelfde houding zullen hebben als Samuël.

Ds. Watkins roept de gemeenten op door te gaan met „nederige smeekbeden aan de God van de hemel om door Zijn Woord en Heilige Geest het tij van ongerechtigheid te keren.” Hij vreest dat God Schotland anders zal overlaten aan „onvoorstelbaar kwaad en lijden dat enorm erger is dan dat veroorzaakt door Covid-19.”