Het betreft de rechtszaak waarin Akster verdacht wordt van het seksueel misbruiken van drie mannen en zes studenten in de periode dat hij financieel directeur was van Timotheos.

Enkele weken geleden verzocht de advocaat van de Staat, Victor Jere, om deze kwestie te seponeren en terug te verwijzen naar een lagere rechtbank. Aanleiding voor dit verzoek was dat de advocaat van Akster zich niet aan de procedure heeft gehouden en niet tijdig de processtukken had ingeleverd. Het gaat daarbij om de procesinleiding, een samenvatting van de te behandelen kwestie met de belangrijkste argumenten. Die moest voor 20 augustus ingeleverd zijn. Jere beschuldigde de advocaat van vertragingstactiek.

Het gerechtshof besliste vrijdag echter dat de zaak toch beoordeeld moet worden in het licht van de grondwet. In Malawi is al jarenlang discussie over de strafbaarheid van homoseksuele relaties.

De rechter heeft nu uitstel verleend aan de advocaat van Akster en hem opgedragen om zijn procesinleiding direct in te dienen. Staatsadvocaat Jere heeft vier weken de tijd om daarop te reageren. Op 24 februari 2022 vindt een hoorzitting plaats en behandelt het Constitutionele Hof de zaak. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.