Binnenland

Onbegrip over weigering prolifepolissen

Vertegenwoordigers van zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties begrijpen niet waarom er in het nieuwe zorgstelsel geen prolifepolissen meer mogen bestaan. „Het is volgens mij een kwestie van politieke onwil.”

Van onze verslaggevers
1 December 2004 11:39Gewijzigd op 14 November 2020 01:57

G. van den Berg, voorzitter van de proliferaad bij zorgverzekeraar Agis, heeft geen goed woord over voor de argumentatie van minister Hoogervorst van Volksgezondheid. Maandag, tijdens een debat over de nieuwe zorgverzekeringswet, verklaarde de bewindsman dat er in het nieuwe stelsel, dat op 1 januari 2006 in werking treedt, geen mogelijkheden komen voor prolifepolissen. Dat is volgens hem in strijd met de solidariteitsgedachte die achter de basisverzekering zit.

Volgens Van den Berg, ook Eerste-Kamerlid voor de SGP, is het „politieke onwil. Prolifepolissen ondermijnen de solidariteit niet. Zo bepleiten wij niet dat mensen met een dergelijke polis minder premie betalen. Daarnaast is het zo dat de prolifepolis voor iedereen tal van gezinsvriendelijke elementen bevat.” Volgens de voorzitter van de proliferaad, die Agis adviseert over verstrekkingen die al dan niet in hun schone polissen moeten, staat de gedwongen winkelnering bij de basisverzekering haaks op het beginsel van vraagsturing. „De overheid wil luisteren naar de gebruiker en zijn wens centraal stellen. Dat impliceert keuzevrijheid. Waarom kan dat beginsel niet worden toegepast bij de verzekeringssystematiek?”

Marktmanager A. Luteijn van Pro Life Zorgverzekeringen in Amersfoort, waar 20.000 van de 50.000 Nederlanders die abortus van de verzekering uitsluiten zijn verzekerd, ziet wel enige lichtpuntjes. „Als ik minister Hoogervorst goed heb begrepen, wil hij christenen de mogelijkheid geven op hun polisblad bepaalde handelingen, zoals abortus provocatus, te laten uitsluiten. In zoverre is hij bereid christenen tegemoet te komen.” Dat de minister daarbij niet bereid is een premiedifferentiatie toe te passen, vindt Luteijn positief. „Als het nemen van een schone polis financieel voordeel met zich meebrengt, vertroebelt dat de discussie. Niet-christenen kunnen dan zeggen: „Ja, maar in christelijke gezinnen vinden doorgaans veel meer bevallingen plaats. Waarom heeft dat dan geen consequenties?”

Het smaller worden van de basisverzekering biedt christelijke zorgverzekeraars volgens Luteijn ruimte zich te profileren met hun aanvullende verzekeringen. „Wij kunnen straks komen met een polis waarin je in plaats van euthanasie kunt kiezen voor palliatieve zorg. Of met een polis waarin we natuurlijke vruchtbaarheidsmethoden plaatsen tegenover IVF. Met dergelijke polissen zijn we beter in staat de christelijke cliënt op maat te bedienen.”

Positief is volgens Luteijn ook dat in het nieuwe stelsel de contracteerplicht voor zorgverzekeraars vervalt. „Straks is één contract met bijvoorbeeld een christelijke instelling in de geestelijke gezondheidszorg toereikend. In de praktijk zal dat ertoe leiden dat christelijke zorgverzekeraars hun cliënten straks eerder zullen binnenloodsen bij christelijke instellingen en niet-christelijke zorgverzekeraars bij seculiere. Dat laatste betekent voor christenen een extra noodzaak om zich bij een christelijke zorgverzekeraar te verzekeren.”

Directeur dr. R. Seldenrijk van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) zegt echter naar aanleiding van de uitspraken van minister Hoogervorst opnieuw het contact met Den Haag te willen zoeken. „Als je zegt: Je kunt op je polisblad aantekenen wat je wel en niet wilt, versluier je wat er eigenlijk gebeurt. Mensen denken dan dat ze een polis hebben die overeenkomt met hun principes. Maar in werkelijkheid zijn ze in slaap gesust met een pragmatische oplossing. Daar hebben wij geen vertrouwen in. Vandaar dat wij in deze discussie graag willen afsteken naar de diepte en het principiële argument op tafel leggen dat een levenbeschouwelijke grondslag onder de polis nu wordt uitgesloten. Wij achten het principieel onjuist dat christenen straks gedwongen zijn te betalen voor zaken die niet in overeenstemming zijn met hun principes.”

Ook directeur J. van der Meij van DVZ Zorgverzekeringen uit Noordwijk zegt verbijsterd te zijn door de uitlatingen van de minister. „Ik dacht dat de overheid een beleid ging inzetten waarin vraagsturing centraal staat. Dat zou de christelijke marktpartijen in de zorg tenminste nog ruimte hebben geboden. Maar op het moment dat de financiële details ter sprake komen, blijkt die vraagsturing opeens niet te kunnen. Als je als minister zegt: Ik wil geen premiedifferentiatie tussen een polis die levensbeschouwelijk is en een polis die dat niet is, ondergraaf je je eigen beleid.”

Als de plannen van de minister doorgaan, functioneert de nieuwe basisverzekering straks hooguit als een veredeld ziekenfonds, denkt Van der Meij. „In beide gevallen krijgt de cliënt geen extra ruimte, omdat er geen zorgverzekeraar is die zo’n extra ruimte financieel kan regelen. Alle zorgverzekeraars staan dan met hun rug tegen de muur.”

Het argument dat christelijke zorgverzekeraars via aanvullende verzekeringen alsnog ruimte kunnen creëren voor hun cliënten zegt ook Van der Meij weinig. „Het gaat nu even om het principe. Als de basis geen ruimte voor differentiatie biedt, is alles wat je in de aanvullende sfeer moet regelen slechts gerommel in de marge.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer