Kamer bezorgd om gevolgen hogere inflatie voor koopkracht
De Tweede Kamer is bezorgd over de gevolgen van de fors opgelopen inflatie voor de koopkracht van huishoudens. Bij de linkse oppositie, maar ook bij de PVV en onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt, klinkt nog harder de roep om al volgend jaar het minimumloon verder te verhogen, om te zorgen dat de meest kwetsbare mensen het hoofd boven water kunnen houden.
Op Prinsjesdag ging het demissionaire kabinet er nog van uit dat de koopkracht, uitgaande van een ongewijzigde persoonlijke situatie, volgend jaar gemiddeld genomen weinig zou veranderen. Sindsdien is de inflatie evenwel fors opgelopen, mede door de sterk gestegen brandstof- en energieprijzen. Dat voelen mensen flink in hun portemonnee.
Staatssecretaris Dennis Wiersma heeft op verzoek van de Tweede Kamer becijferd hoe de koopkrachtplaatjes eruit zien als de inflatie volgend jaar niet op 1,8 procent uitkomt, zoals het Centraal Planbureau (CPB) in september raamde, maar op 3,4 procent. In dat geval daalt de koopkracht gemiddeld met 1,4 procent.
De nieuwe cijfers, hoe fictief ook, komen hard aan bij de Kamerleden die dinsdag debatteren over de begroting van het ministerie van Sociale Zaken. „Daar zet ik niet graag een handtekening onder”, verzuchtte VVD-Kamerlid Judith Tielen. Maar gevraagd of zij mee wil werken aan reparatiemaatregelen, zoals een verhoging van het minimumloon of van toeslagen, verwees zij toch naar de formatietafel.
Tielen is wel bereid te kijken of er „enige ruimte te vinden is” om te voorkomen dat deze „nare voorspellingen” over de koopkracht uitkomen. Zij wees erop dat ook al maatregelen zijn genomen om de scherpe randjes van de stijging van de energierekening af te halen. Maar zij waarschuwt wel dat dit financiële consequenties heeft. „Het moet ook weer ergens vandaan komen.”
CDA-Kamerlid Hilde Palland hoopt eveneens op koopkrachtmaatregelen in een nieuw regeerakkoord, al benadrukte zij dat al „stappen gezet” zijn. Zo is een „flink bedrag” uitgetrokken om gezinnen te compenseren voor de stijgende energierekening, waarbij nog gewerkt wordt aan aanpassingen om die hulp „zo gericht mogelijk te laten landen bij mensen met een kleine beurs”.