Kroongetuige liquidatieproces Taghi mag veel vragen openlaten
Nabil B., kroongetuige in het liquidatieproces Marengo rond hoofdverdachte Ridouan Taghi, mag een groot aantal vragen van advocaten in het proces onbeantwoord laten. Dat heeft de rechtbank maandag bepaald. Het gaat onder meer om een reeks vragen over afspraken die B. met justitie heeft gemaakt over beschermingsmaatregelen. Daarnaast waren er tal van vragen over mogelijke chantage, omkoping of afpersing door B. terwijl hij al vastzat.
De beslissing van de rechtbank volgt op een zitting in september, waarin de advocaten van een aantal verdachten de vragen opwierpen. B. weigerde in veel gevallen te antwoorden, terwijl de raadslieden vonden dat hij daartoe verplicht was.
Vragen over beschermingsmaatregelen mag B. onbeantwoord laten, omdat deze onder de geheimhoudingsclausule vallen die hij met het Openbaar Ministerie is overeengekomen. Bovendien zijn deze kwesties niet relevant voor de inhoud van het moordproces, vindt de rechtbank.
Op vragen over vermeende chantage, omkoping of afpersing van personeel in het huis van bewaring mag B. van de rechtbank zwijgen, omdat hij met het geven van antwoorden mogelijk strafrechtelijke vervolging riskeert.
Daarnaast hadden de advocaten nog vragen over chatgesprekken van B. met familieleden en zijn partner. B. had stiekem een iPhone in zijn cel, waarmee hij met de buitenwereld communiceerde. Weliswaar is B. hier in principe verplicht tot antwoorden, aldus de rechtbank, maar de opgeworpen vragen zijn op één na niet relevant voor de zaak. Dus ook die mag hij onbeantwoord laten.
Het Marengoproces gaat vanaf 7 december verder met de bespreking van een aantal dossiers. De rechtbank heeft in december negen zittingsdagen gepland.