George Harinck: Vertrek uit Kampen jammer maar alleszins begrijpelijk
Jammer dat de Theologische Universiteit Kampen (TU Kampen) gaat verhuizen, maar alleszins begrijpelijk, zo reageert prof. dr. George Harinck op het vertrek van de onderwijsinstelling naar Utrecht. „We gingen het daar in zo’n kleine studentenstad niet redden.”
Prof. Harinck is behalve hoogleraar in Kampen en Amsterdam (Vrije Universiteit) ook directeur van het Archief- en Documentatiecentrum (ADC) en het Neo-Calvinism Research Institute (NRI). Alles wordt meeverhuisd, zegt prof. Harinck, evenals de bibliotheek. Nu wordt dus echt een lange traditie ontmanteld, die ooit begon met de Theologische School van de Afscheiding. Eerder vonden de synodaal-gereformeerden al onderdak aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), met twee locaties in Groningen en Amsterdam.
Prof. Harinck: „Ja, als historicus vind ik de verhuizing jammer, maar ik zie ook wel de noodzaak ervan in. De toevloed van studenten is al jaren te laag om zo’n instelling zelfstandig in stand te houden. We gaan het gewoon daar niet redden. De locatie was ook niet aantrekkelijk voor studenten. Er zijn hoogstens enkele tientallen studenten in Kampen, dus je hebt niet de dynamiek van een grote studentengemeenschap.”
Is Utrecht een goede keus?
„Ja, ik denk het zeker. Alleen al vanwege de naam uit het verleden toen er in Utrecht een bloeiende theologische faculteit was, al leunde deze sterk op de Gereformeerde Bond. Maar het is een stad met uitstekende faculteiten waar veel geëngageerde christenen lopen. Amsterdam had ook een optie kunnen zijn, maar dan zou je moeten kiezen voor een seminariemodel aan de Vrije Universiteit, waar voor- en nadelen aan vastzitten. Voordeel is dat de faculteit zich bevindt in een academische setting, nadeel is dat je, oneerbiedig gezegd, moet dansen naar de pijpen van de Vrije Universiteit.”
Het is alweer even geleden: de mislukking van de Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU). Was het niet mooi geweest als Kampen samen met Apeldoorn in Utrecht opnieuw zou zijn begonnen?
„Het mislukken van de GTU is een grote teleurstelling geweest voor de TU Kampen. We hadden er veel in geïnvesteerd. Met de GTU hebben we overigens aan Utrecht gedacht, want met een voorgestelde fusie van Kampen en Apeldoorn is het nooit verstandig om één van de beide plaatsen als locatie te kiezen. De GTU was voor de gereformeerde theologiebeoefening ook goed geweest. Aan de andere kant moeten we vaststellen dat het reformatorische deel en het neocalvinistische deel van de theologie toch wat uit elkaar is gegroeid. Dat wordt nu denk ik sterker.”
Apeldoorn raakt meer geïsoleerd nu de TU Kampen in Utrecht allerlei academische allianties aanknoopt?
„Dat zou kunnen, maar in Apeldoorn letten ze ook op en sluiten zij hun eigen allianties, zoals met het Hersteld Hervormd Seminarium en allerlei benoemingen op bijzondere leerstoelen. Je moet tegenwoordig de krachten wel bundelen, want de theologie in Nederland is een heel kleine groep aan het worden. Dat geldt ook de PThU, die nu ook voor de vraag staat om te krimpen. Apeldoorn heeft het in die zin nog wat gemakkelijker omdat zij een achterban heeft waar theologie meer centraal staat. Maar het probleem van een geringe toevoer van nieuwe studenten theologie is iets waar alle theologische instellingen in Nederland mee te maken hebben.”
Wat gaat er voor u veranderen wat uw werk aan de twee instellingen van het ADC en het NRI betreft?
„Ik verwacht een nieuwe dynamiek. Het ADC komt op een centralere plaats in het land te liggen, wat voor de in het westen van het land geconcentreerde onderzoekers aantrekkelijker is. Er zijn interessante samenwerkingspartners, zoals het Utrechts Archief met zijn accent inzake kerkelijke archieven, en de bestaande samenwerking met het Museum Catharijneconvent kan hopelijk versterkt worden. Voor studenten aan de Universiteit Utrecht biedt het ADC stage- en onderzoeksmogelijkheden. Voor het NRI zijn de interdisciplinaire en internationale connecties belangrijk. We kunnen straks makkelijker dwarsverbanden leggen met Utrechtse studenten en onderzoekers van andere disciplines. Buitenlandse onderzoekers hielden van het pittoreske Kampen, maar de binnenstad van Utrecht kan de vergelijking met Kampen uitstekend aan en biedt hun op academisch gebied meer.”