Deze woorden tekende een politie-informant in het huis van bewaring in Maastricht op uit de mond van André de V., verdacht van brandstichting bij vuurwerkbedrijf SE Fireworks in Enschede.

Bij de rechtbank in Almelo werd donderdag een boekje opengedaan over de geheime operatie. Een politie-informant liet zich een maand lang in de Maastrichtse gevangenis opsluiten in de hoop dat De V. zijn mond voorbij zou praten over zijn betrokkenheid bij de brand in Enschede. Een dergelijke undercovermissie wordt in Nederland hoogst zelden toegepast.

De politie-informant moest een „sociaal en vertrouwelijk contact” met De V. opbouwen, aldus officier van justitie H. Stam in zijn requisitoir donderdag. Zo liet de geheim agent zijn (uiteraard nagemaakt) vonnis aan De V. zien.

De verdachte pressen tot een bekentenis was uit den boze. De V. moest zelf over de vuurwerkramp beginnen. Pas dan kon de geheim agent daarop inhaken.

Meermalen deed De V. tegenover de informant uitspraken die zeer belastend kunnen zijn. Zo sprak de verdachte over een „geïmproviseerd huisje met die kachel bij die twintig containers.” Die omschrijving doet sterk denken aan een werkruimte bij SE Fireworks waar de brand waarschijnlijk is ontstaan. „Dat geïmproviseerde huisje, dat is een uit de hand gelopen geintje. Zitten klooien, en er zat geen veiligheid op, dat is toch stom. Ja, ik heb het gedaan, maar dat zeg ik nooit. Ik moet gewoon volhouden dat ik in het zwembad was. Ze kunnen me niks maken. Als ik maar volhoud dat ik niet weet hoe het er daar (bij SE Fireworks, red.) uitziet.”

De geheim agent probeerde De V. kennelijk door list en bedrog te paaien. Zo vroeg hij De V. of die hem soms niet vertrouwde. De V. liep er met open ogen in. „Natuurlijk vertrouw ik je wel, voor 100 procent, anders vertel ik toch niet tegen je dat ik het heb gedaan. Ik praat er met niemand anders over, alleen met mezelf. Ik heb alleen mezelf. Ik heb de kop vol, dat snap je toch wel.”

Voor officier van justitie Stam bestaat er „geen spoor van twijfel” dat De V. de belastende uitspraken daadwerkelijk heeft gedaan. De V.’s raadsman mr. A. Moszkowicz denkt daar echter heel anders over. Eerder deze week zei hij de undercoveroperatie te „verafschuwen.” Vandaag zou de raadsman in zijn pleidooi zijn pijlen op de geheime missie richten.

Donderdag dreef André de V. de rechtbank opnieuw bijna tot wanhoop met zijn betogen waar bij tijd en wijle geen touw aan vast was te knopen. Toen het ging over de undercoveroperatie in het huis van bewaring in Maastricht, mompelde De V. bijvoorbeeld: „Als ik opsporingsambtenaar was, zou ik qua techniek meer objectie insluiten.” Nadat rechtbankvoorzitter mr. G. Stoové om opheldering vroeg, bleek De V. te bedoelen dat zijn vermeende bekentenissen alleen objectief kunnen worden beoordeeld als ze op een cassetteband zouden zijn vastgelegd.

André de V. leefde tot zijn aanhouding begin vorig jaar van een uitkering. Hij was eerder onder meer actief als lasser en automonteur. De vermeende brandstichter ontkent zich met handel in drugs bezig te houden. Drugs die de politie vorig jaar bij hem aantrof, zei De V. op een toilet te hebben gevonden.

De V. omschreef zichzelf donderdag als een „fatsoenlijke burger.” „Ik heb een goed hart.” Maar opnieuw bracht hij zijn toehoorders in vertwijfeling met een van zijn raadselachtige toevoegingen: „Je kunt me maken en breken. Je kunt bij mij alle kanten op.”