Donderdag deed de Amerikaanse president George Bush een oproep tot een staakt-het-vuren. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, arriveert volgende week in Israël om daarover te praten. Het leger heeft dus in elk geval nog enkele dagen om met de operatie door te gaan. Tot dusver heeft de Amerikaanse regering meer dan de Europese Unie begrip voor de Israëlische oorlog tegen de terreurnetwerken getoond.

Het hoofd van de generale staf, luitenant-generaal Shaul Mofaz, heeft gezegd dat er zeker nog vier weken nodig zijn om de actie af te ronden. Als het leger de actie op een moment afbreekt dat de militaire doelen nog niet zijn bereikt, zal de golf van terreur naar verwachting in hevigheid toenemen, zo is het algemene gevoelen in Jeruzalem.

Het doel van de militaire operatie van het Israëlische leger in de Palestijnse steden is de terreurnetwerken op te rollen. Kolonel Miri Eisen van het Israëlische leger specificeerde op een persconferentie wat er onder de terroristische infrastructuur moet worden verstaan. Het leger wil de terroristen onderscheppen die in het bezit zijn van bommen en wachten op een geschikte gelegenheid om de Palestijnse steden te verlaten en zich te laten opblazen in steden als Haifa, Tel Aviv en Jeruzalem.

Ook probeert het leger Palestijnen te arresteren die de zelfmoordcommando’s instrueren en ze helpen de Israëlische bevolkingscentra te bereiken. Verder willen de soldaten de fabriekjes vinden waar bommen in elkaar worden gezet. Ten slotte tracht het leger wapenvoorraden op te sporen en in beslag te nemen. Het doet er daarbij niet toe of de wapens van milities zijn die opereren onder het gezag van de Palestijnse leider Yasser Arafat of van andere groepen.

Volgens Eisen is het noodzakelijk dat de soldaten huiszoekingen verrichten. „Wij doen wat de Palestijnse Autoriteit niet doet”, zegt zij, doelende op clausules in overeenkomsten tussen Israël en de Palestijnen waarin bepaald wordt dat Arafat zou optreden tegen terroristische groepen.

De Amerikaanse afgezant generaal Anthony Zinni kreeg donderdag toestemming van premier Sharon Arafat in Ramallah te gaan bezoeken. Israël had voordat de operatie begon de voorwaarden van Zinni voor een staakt-het-vuren geaccepteerd, terwijl Arafat die verwierp.

De Israëlische regering gelooft dat het onderhandelingsproces kan worden hervat als er een staakt-het-vuren is bereikt. De akkoorden die tussen Israël en de PLO zijn gesloten, zijn niet van de baan, aldus ambassadeur Alan Baker, juridisch adviseur van minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres. Dore Gold, de vroegere ambassadeur van Israël bij de Verenigde Naties, zei dat zodra het terrorisme is uitgeroeid Israël zich weer kan richten op het bereiken van vrede met de buurlanden. „Maar die vrede kan alleen bereikt worden als er in de eerste plaats veiligheid is bereikt voor het volk van Israël”, aldus Gold.

Het ligt echter voor de hand dat zodra het leger zich terugtrekt uit de Palestijnse gebieden, de islamitische Hamas-beweging, de Islamitische Jihad, de Tanzim en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina hun militaire netwerken zullen proberen te herstellen. De meeste Palestijnen zien de aanslagen op de Israëliërs niet als vormen van terrorisme, maar als legitieme verzetsdaden tegen de bezetting.

Het is onwaarschijnlijk dat Arafat in de toekomst de terreur wel zal bestrijden. Want als hij er in de afgelopen jaren geen reden toe zag, dan zal hij dat in de toekomst ook niet doen. De haat wordt namelijk steeds groter.

Oppositieleider Yossi Sarid van Meretz, die het totaal oneens is met Sharons politiek, vreest dat de Operatie Muur van Verdediging Palestijnen alleen maar zal aanmoedigen te vechten met „soms vuile methoden.”