De lessen van Saul
Anderhalf jaar geleden overleed mijn oud-collega Saul op 79-jarige leeftijd. Jarenlang spraken we elkaar zo goed als dagelijks, we publiceerden samen en we doceerden samen. Na zijn pensionering lunchten we nog regelmatig, of kwam hij naar een van mijn colleges om een gastlezing te verzorgen.
In de tijd dat hij nog aan de Technische Universiteit Delft werkte, herbergde zijn kamer vele boeken, zowel in kasten als op de grond, met daarbovenop stapels papier. Saul, geboren en getogen in de Verenigde Staten, kwam in de jaren 60 naar Nederland. Hij sprak ondertussen Nederlands met een heerlijk accent en doorspekt met Engelse uitdrukkingen.
Saul koos voor Nederland en bleef er, omdat hij zich niet meer thuis voelde bij het Amerikaanse welvaartsdenken. Hij kon met veel plezier vertellen hoe hij als jonge Amerikaan kennismaakte met het genoeglijke Nederland van begin jaren zestig. „Moet je je voorstellen, al die Hollandse vrouwen lieten hun ”armpit hair” nog gewoon groeien. Als je in de trein stapte, kon je ruiken dat blijkbaar nog niemand had gehoord van deodorant.” Hij kon echter maar niet begrijpen hoe datzelfde Nederland zich in zo’n rap tempo veramerikaanst had. Hij had als Joodse Amerikaan uit een achterstandswijk een groot respect voor matigheid en zuinigheid. Daarbij kwam dat hij eindeloos kon foeteren op de innige relatie tussen christelijk geloof en materialisme. Hij bevroeg mij voortdurend op mijn mening over het ”prosperity gospel”, het welvaartsevangelie, en ik heb vaak geprobeerd hem uit te leggen welke Bijbelse bezwaren ik daartegen had. Maar helemaal vertrouwde hij dat toch nooit, Saul kende genoeg Nederlanders met een gereformeerde achtergrond en hij wist hoe gevoelig christenen zijn voor geld en goed.
Saul sprak er altijd over hoe het boek ”Ariadne’s Thread” van Mary Clark hem diepgaand had beïnvloed. Clark bekritiseert onze westerse cultuur en beargumenteert hoe onze manier van leven kan leiden tot onoplosbare conflicten met de natuur en met andere culturen. ”Kan leiden”, want, aldus Mary Clark, deze conflicten kunnen worden vermeden door wetenschappelijke disciplines te laten samenwerken en door andere culturen serieus te nemen. Toen ”Ariadne’s Thread” in 1989 uitkwam, werd het boek vooral positief ontvangen door linkse intellectuelen, maar door de mainstream wetenschap weggezet als te radicaal. Ondertussen is het gemeengoed om complexe vraagstukken interdisciplinair aan te pakken en culturele aspecten in de besluitvorming te laten meewegen.
Gebaseerd op dat boek van Clark, was een gevleugelde uitspraak van Saul: „Technology is the easy part.” Die opmerking kon hij met veel verve uitdragen en toepassen in allerlei situaties. „Technologie is het makkelijke gedeelte”, omdat, ook als de technische oplossing er al ligt, er meestal nog ingewikkelde discussies volgen over veiligheid of gezondheid. Naar ingenieurs wordt vaak verwezen dat zij ingewikkeld werk doen, maar diezelfde ingenieurs vinden het pas echt ingewikkeld worden als zij ook rekening moeten houden met niet-technische aspecten. „Technologie is het makkelijke gedeelte”, ook omdat het voor de overheid heel aantrekkelijk kan zijn snelle technische oplossingen te promoten, zonder aandacht voor de dieperliggende oorzaken. Wat dat betreft voorspelde Saul, zo’n twintig jaar geleden al, de huidige overheidscrises, vooral ingegeven door zijn grondige afkeer van technocratische bestuurders.
Het boek van Clark is confronterend en vaak vlijmscherp, dat was Saul overigens ook. Toen ik voor mijn proefschrift de eerste versie van mijn conclusies aan Saul liet lezen en daar met jeugdige overmoed heel enthousiast had geschreven over het belang van interdisciplinariteit bij het ontwikkelen van duurzame technologie, kreeg ik de wind van voren. Ik moest vooral het technologische stuk veel meer kleur en diepgang geven. Technologie lijkt dan wel het gemakkelijke gedeelte, we kunnen ons daarmee er niet gemakkelijk van af maken. Zo hield hij mij scherp en zo neem ik als christelijke Nederlander de lessen van deze Amerikaanse Saul nog dagelijks ter harte.
Dr. ir. Gijsbert Korevaar is lector aan de Hogeschool Rotterdam en universitair docent aan de Technische Universiteit Delft.