‘Afghanistan’ bepaalt nieuwe verhoudingen Midden-Oosten
Toen de Sovjet-troepen in 1979 Afghanistan binnenvielen, veroorzaakte dat grote opwinding in het Midden-Oosten, waar een aantal politieke leiders onder grote druk stond. Het jaar was begonnen met de revolutie van ayatollah Khomeini in Iran, die fundamentalistische moslims in de Arabische wereld een ”boost” had gegeven. Ze hoopten dat het Iraanse scenario ook in eigen land kon worden gerealiseerd.
Voor Arabische leiders kwam de Russische invasie van Afghanistan dan ook als een geschenk. Radicale moslims in eigen land kregen van staatswege een enkele reis Peshawar aangeboden om vervolgens de jihad te gaan voeren tegen de Russische ongelovigen in Afghanistan. Dat land werd zo’n beetje het afvoerputje van het Midden-Oosten.
Sinds de val van Kaboel in augustus bezorgt dit afvoerputje Arabische leiders nogal wat hoofdpijn. De afgelopen jaren zijn Turkije, Iran en Qatar steeds nauwer gaan samenwerken – en het zijn precies deze drie staten die nu het voortouw nemen in de Afghaanse crisis. In de Qataarse hoofdstad Doha is het een komen en gaan van internationale delegaties die hier besprekingen voeren met de taliban. De politieke vleugel van de taliban eist erkenning van haar regering en kan daarbij rekenen op de steun van Qatar, Turkije en Iran.
In een eerder stadium koesterde de Turkse president Erdogan nog de hoop dat hij de Afghaanse kaart kon gebruiken om zijn relaties met de NAVO te verbeteren. In juni had hij een ontmoeting met de Amerikaanse president Joe Biden. Er werd toen besloten dat Turkse militairen het vliegveld van Kaboel zouden gaan bewaken na de Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan. Het bood Erdogan de mogelijkheid zich te presenteren als een loyaal NAVO-lid.
Na de machtsovername door de taliban gloorden er echter plotseling nieuwe perspectieven voor Erdogan. De Turkse president verklaarde dat de islam van de taliban wezenlijk niet anders was dan die in Turkije.
Voor Iran was Afghanistan altijd economisch belangrijk geweest om de Amerikaanse sancties te omzeilen. Teheran reageerde daarom verheugd op wat in Iran werd gezien als een complete Amerikaanse nederlaag in Afghanistan. Iran heeft de afgelopen jaren goede relaties onderhouden met de taliban. Een vriendelijk regime in Kaboel kan als compensatie dienen voor de toenemende weerstand tegen de Iraanse invloed in buurland Irak.
Arabische staten maakten zich al geruime tijd zorgen over wat zij zien als Iraanse en Turkse agressie in landen als Syrië en Irak. De Verenigde Staten bleken hiervoor geen oplossingen te kunnen aandragen en na het Amerikaanse debâcle in Afghanistan groeide het besef dat Washington niet echt een betrouwbare bondgenoot was.
Dit verklaart ook de nieuwe openheid van Arabische soennitische staten richting Israël. De Arabische zwakte blijkt uit het feit dat drie niet-Arabische staten als de sterksten worden gezien in het Midden-Oosten. Het gaat om Turkije, Iran en Israël. De eerste twee worden door Arabische heersers gewantrouwd. Dit geldt echter niet langer voor Israël dat zelf zeer slechte relaties heeft met zowel Turkije als Iran.