Cel en boete geëist tegen Helmonder voor handel bedreigde dieren
Bij de rechtbank in Den Bosch heeft het Openbaar Ministerie zes maanden cel geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk, tegen een 62-jarige man uit Helmond voor illegale handel in dode bedreigde dieren. In het huis van de man zijn ruim zeventig opgezette bedreigde dieren of delen daarvan gevonden. Ook had hij een arsenaal vuurwapens en een grote hoeveelheid munitie, messen en werpsterren in zijn bezit. Naast de celstraf eiste het OM een boete van 25.000 euro.
Volgens het OM was de woning van de man „van de kelder tot de slaapkamer gevuld met opgezette dieren, skeletten en schedels en andere onderdelen van dieren”. De man heeft mogelijk negen tijgerschedels en een leeuwenschedel verkocht, aldus het OM.
Het strafrechtelijk onderzoek naar de Helmonder begon in 2018, na signalen uit verschillende landen over zijn mogelijke betrokkenheid bij de handel in beschermde dieren. Hij had volgens het OM niet het benodigde certificaat en in een aantal gevallen kon hij niet aantonen dat hij op een legale manier aan zijn handelswaar was gekomen.
Zogeheten ‘wildlife crime’ is volgens justitie lucratief en gaat gepaard met dezelfde neveneffecten als andere georganiseerde misdaad. Vooral in de bronlanden leidt de illegale handel tot uitwassen als corruptie, fraude, afpersing en (dodelijk) geweld.
De rechtbank doet uitspraak op 6 december.