Advocaat: Excuses goed, maar cliënten staan nog met lege handen
Advocaat Eva González Pérez, die veel slachtoffers van de toeslagenaffaire in de kinderopvang bijstaat, noemt de excuses vrijdag van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State erkenning voor de burgers. „Het is goed dat de raad kritisch zelfonderzoek heeft gedaan, maar tegelijkertijd staan mijn cliënten nog met lege handen. Bovendien zijn de procedures waarmee ouders te maken hebben wederom op wantrouwen gebaseerd”, zei ze in een reactie tegen het ANP.
González Pérez staat namens advocatenkantoor Trias in Helmond al jaren tientallen gezinnen bij waarvan de kinderen zijn opgevangen via Dadim, het gastouderbureau van haar man. Zij is ook degene die de toeslagenaffaire aan het licht bracht en werd als getuige onder ede gehoord door een commissie van Tweede Kamerleden die de zaak onderzocht.
„De Belastingdienst heeft inderdaad mensen misleid, maar dat doet niet af aan het verzaken door de Raad van State zelf. De hoogste bestuursrechter heeft daar immers zelf een verantwoordelijkheid. Die opgedragen taak heeft de raad laten liggen”, aldus González Pérez. Ze vindt dat de raad „geen oor heeft gehad” voor de rechtsbescherming in het algemeen en voor de privéomstandigheden van cliënten voor wie advocaten ook in rechtszaken feiten en ander materiaal hebben aangedragen.
González Pérez mist in het ‘zelfreflectierapport’ uitspraken van de raad uit maart 2017 en april 2019 die volgens haar van belang zijn „omdat de Raad van State daar al kantelde en direct ook al een draai had moeten maken”. „Toen werd zichtbaar dat de raad te maken had met een misleidende houding in de procedures van de Belastingdienst.” De hoogste algemene bestuursrechter heeft wel met die lijn geworsteld, maar is te laat van koers gewijzigd, heeft niet doorgepakt en heeft halve maatregelen genomen, zo staat in het rapport.
De raad is de denkwijze en de werkwijze van de fiscus blijven volgen, oordeelt ook de advocaat. „Dat gebeurde in de ‘alles-of-nietswerkwijze’ waarbij mensen die zogenaamd kleine foutjes hadden gemaakt, door de Belastingdienst ernstig werden afgestraft”, aldus de advocaat. „Maar ook in de procedures waarin stukken werden achtergehouden en de rechtsbescherming naar de burger toe onrechtmatig bleek. Beide werkwijzen zijn in strijd met de wet geweest.”
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had de strenge lijn in kinderopvangtoeslagzaken volgens haar eerder moeten en kunnen wijzigen.