Ouders legitimeren de school
Wij vinden de driehoek gezin, kerk en school belangrijk en hechten er waarde aan wanneer een kind binnen die schil opgroeit. Toch opereren deze drie vaak als eilandjes. Het vraagt van ouders actieve betrokkenheid richting de school.
Onze (groot)ouders waren de oprichters van de school met een eigen identiteit, wij zijn de instandhouders. En in stand houden betekent: een gedreven en vooral ook actieve betrokkenheid.
De school is van de ouders. Althans, zo functioneerde het in ieder geval ten tijde van de schoolstrijd, toen we streden voor eigen scholen op gereformeerde grondslag en de gelijke bekostiging van die scholen. Niet schoolbestuurders of hoofden der school, nee, de ouders wilden een school voor hun kinderen en kregen dat recht uiteindelijk toegekend in onze Grondwet.
„Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen welke aan hun kinderen zal worden gegeven”, aldus de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. En ja, dit sluit prima aan bij wat wij zo belangrijk vinden in ons artikel 23: scholen die wat betreft godsdienstige opvoeding en sociale (persoons)vorming in het verlengde liggen van het gezin. Ouders wilden dit onderwijs. Zij richtten de scholen op voor het onderwijs dat ze voor hun kinderen begeerden. Bestuurders en schoolleiders zijn dienstbaar aan dat ideaal.
Dit geeft aan hoe belangrijk de rol en de positie van de ouders is, ook in de huidige discussie rond het bijzonder onderwijs en onze christelijke en reformatorische scholen. Prof. dr. Sophie van Bijsterveld heeft ruim tien jaar geleden tijdens een algemene ledenvergadering van de VGS de uitspraak gedaan: „De ouders zijn de legitimatie van het bijzonder onderwijs.” Dit betekent dat ouders (op lokaal niveau) en de Reformatorische Oudervereniging (op landelijk en politiek niveau) ervoor uit dienen te komen waarom ze graag deze scholen willen.
Veel vuur
De meeste reformatorische en christelijke scholen zijn opgericht door ouders die met veel vuur en wervingskracht te werk gingen. Deze gedrevenheid en betrokkenheid (met name ook in de jaren 60 en 70) is voor de ouders van nu een voorbeeld om dit opnieuw te laten zien. En een voorbeeld voor schoolleiders en schoolleiders, om hartelijk te verwelkomen en te faciliteren! Zo niet, dan ondergraven we artikel 23 vanuit de eigen kring.
Dat betekent dat een school die misschien al vele jaren geleden is opgericht, nu in stand gehouden moet worden. En dat niet alleen met geld, goed bestuur en kundige leiding, maar ook vooral door betrokkenheid van ouders op de school. Ouders legitimeren de school. Onze (groot)ouders waren de oprichters, wij zijn degenen de instandhouders. En in stand houden betekent: een gedreven en vooral ook actieve betrokkenheid. Dan gaat het niet alleen om de intentie, maar ook om het gedrag. Behandel school niet als een gemiddelde consument: we sturen ons kind ernaartoe, we volgen de resultaten en we halen ons kind uiteindelijk weer op. Nee, betrokkenheid is meedoen. Niet alleen meedoen als het gaat om de vorming en scholing van uw eigen kind. Meedoen waar u kunt en waar u uw talenten het best kunt inzetten. Dat kan beleidsmatig zijn en ”hands-on”. Laat zien aan overheid, inspectie, criticasters dat u, wij, onze christelijke en reformatorische scholen willen en in stand houden.
Eigen koninkrijkjes
Dat betekent ook voor bestuurders en schoolleiders dat zij deze ouderbetrokkenheid van harte verwelkomen. Er wordt veel over de driehoek gezin, kerk en school gesproken. We zeggen dat we deze gemeenschapsgedachte belangrijk vinden en het is ook belangrijk wanneer een kind binnen die schil om hem of haar heen opgroeit. Is de werkelijkheid vaak niet dat deze drie als eilandjes opereren en naar elkaar wijzen wanneer het om gevoelige onderwerpen gaat? Of dat ouderbetrokkenheid vooral wordt gewaardeerd als de school zijn eigen lijn maar kan volgen?
Te vaak maken we mee dat een medezeggenschapsraad (of ouderadviesraad) vooral als lastig wordt gezien, als een inspraakorgaan dat er eigenlijk niet zou moeten zijn, of waarvan de rechten die van het bestuur zouden doorkruisen. Een gedachte die typerend is voor een context waarin scholen feitelijk eigen koninkrijkjes geworden zijn. Zie de medezeggenschapsraad of adviesraad als een afvaardiging van ouders en werknemers die maar één doel hebben: het in standhouden van de school. En ja, daar past soms ook een stukje tegenwicht bij. Altijd goed, als u het als bestuur en directeur maar ziet en duidt vanuit een betrokkenheid op de school. Zo worden ouders van oprichters instandhouders.
Jan Schreuders en Gerdien Lassche zijn respectievelijk voorzitter en beleidsmedewerker van de Reformatorische Oudervereniging.