Niet–criminele jongeren te lang vast
Jongeren met ernstige gedragsproblemen verblijven vaak veel te lang in een jeugdgevangenis in afwachting van een plek in een behandelinrichting. De Nationale Ombudsman noemt dat „ontoelaatbaar" in een rapport dat hij dinsdag heeft gepresenteerd.
Alles moet erop gericht zijn om deze jongeren hooguit zes weken in een jeugdgevangenis te laten zitten, vindt de Nationale Ombudsman. Dat is in de jeugdhulpverlening de redelijke termijn voor vrijwillige crisisopvang in een niet–justitiële inrichting. In 2003 zat een niet–criminele jongere gemiddeld 132 dagen in een jeugdgevangenis te wachten op een plaats in een behandelinrichting.
Nederland kent twee soorten justitiële jeugdinrichtingen voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Behandelinrichtingen voor jongeren met ernstige gedragsproblemen of een strafrechtelijke maatregel tot behandeling en opvanginrichtingen waar jongeren hun straf uitzitten. Omdat er onvoldoende plaats is in de behandelinrichtingen, worden niet–criminele jongeren tijdelijk in een opvanginrichting, ofwel jeugdgevangenis, gezet. Vorig jaar overkwam dit 150 jongeren.
Het gaat veelal om jongeren die seksueel zijn misbruikt, zijn mishandeld of bijvoorbeeld ten prooi zijn gevallen aan loverboys.
Het probleem is dat deze jongeren in de jeugdgevangenis niet de behandeling krijgen die ze nodig hebben. Verder krijgen ze daar alleen onderwijs op VMBO–niveau, terwijl het aanbod in de behandelinrichtingen meer gevarieerd is. Verder wordt er in de jeugdgevangenissen onvoldoende rekening gehouden met gedragsproblemen en bestaat de kans van beïnvloeding door criminele leeftijdsgenootjes.
De Nationale Ombudsman houdt minister Donner van Justitie verantwoordelijk. Het probleem speelt namelijk al geruime tijd, zonder dat de minister actief heeft gezocht naar alternatieven voor deze jongeren. Donner heeft volgens de Nationale Ombudsman „niet behoorlijk" gehandeld en moet nu „alle aandacht" richten op een oplossing.
Donner heeft het probleem eerder onderkend. Hij is met staatssecretaris Ross–van Dorp (Jeugdbeleid) bezig aan een oplossing, maar zolang die niet is gevonden zet hij crisisjongeren liever in een jeugdgevangenis dan ze de straat op te sturen. Hij wijst er in een reactie op dat de tijd in een gevangenis niet louter wachttijd is maar dat er ook onderzoek wordt gedaan en advies wordt uitgebracht over de jongere.
Verder is het volgens Donner niet mogelijk om de maximale verblijfsduur in een jeugdgevangenis terug te brengen van twaalf naar zes weken, omdat daar simpelweg onvoldoende behandelcapaciteit voor is. De Nationale Ombudsman blijft op het standpunt staan dat zes weken het maximum is.
Aanleiding van het onderzoek was een klacht van een 12–jarig meisje met ernstige gedragsproblemen dat tien maanden lang in een opvanginrichting zat, voordat zij een plek kreeg in een behandelinrichting.