Rechter laat UBO-register weer in stand
Ook in hoger beroep heeft de rechter besloten dat het UBO-register bij de Kamer van Koophandel niet buiten werking hoeft te worden gesteld. Net als de voorzieningenrechter stelde het gerechtshof in Den Haag privacyorganisatie Privacy First in het ongelijk. De rechters menen dat niet afdoende duidelijk is gemaakt dat het systeem op korte termijn tot ernstige schade zal leiden.
Het UBO-register werd vorig jaar ingevoerd om te voldoen aan Europese antiwitwasregelgeving. Dat register is een uitgebreid bestand van namen en andere gegevens van bijvoorbeeld aandeelhouders en bestuurders (UBO’s) van bedrijven, verenigingen, kerken, maatschappelijke organisaties en goede doelen. Het register is bedoeld als middel in de strijd tegen witwassen en terrorisme. Maar iedereen die bereid is hiervoor een klein bedrag te betalen, kan een deel van die informatie inzien zoals de naam, geboortemaand en -jaar, woonplaats en naam van de UBO’s.
In het register staan ook gegevens die nog privacygevoeliger zijn, zoals het adres en burgerservicenummer van de aandeelhouders en bestuurders. Die gegevens zijn alleen door instanties als de Belastingdienst in te zien. Het gerechtshof merkt in zijn vonnis ook op dat een aandeelhouder die meent dat hij door publicatie van zijn gegevens risico loopt op bijvoorbeeld ontvoering of afpersing alle gegevens kan laten afschermen.
Privacy First laat in een eerste reactie weten teleurgesteld te zijn. Advocaat Otto Volgenant van de privacy-organisatie meent dat de „oplossing moet komen van de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU”. Die komt naar verwachting midden volgend jaar met een oordeel, verwacht Volgenant.
Bij het verloren kort geding in maart erkende de voorzieningenrechter al dat er reden is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. Hij verwees daarbij naar een kritisch advies van de Europese privacytoezichthouder EDPS. Vragen stellen aan het Europese hof was echter niet nodig omdat dat al naar de zaak keek, nadat een Luxemburgse rechter in november vorig jaar vragen had gesteld.
Volgenant wijst erop dat het voor bestaande bedrijven en stichtingen nog niet nodig is om UBO’s te registreren. De regel geldt momenteel alleen voor nieuwe organisaties. Pas op 27 maart verandert dat. Volgenant roept de overheid op om die „willekeurig gekozen datum” te verplaatsen tot na het oordeel van het Europese hof. „Dat voorkomt een hoop ellende en onnodige kosten.”