Column (Mariska Dijkstra): Grijzemuizentrui
Wat is dít? Ik kijk nog eens in de spiegel en beslis ter plekke: hiermee ga ik het pashokje niet uit. De blauwe blouse die ik aantrok, blijkt een gewaad. De schouders zitten ergens bij mijn elleboog en de mouwen wapperen tot ver over mijn handen. De maat was oké, maar het model?! Het is niet het eerste kledingstuk dat ik vandaag in de stad met verbazing bekijk. Alle truien in de etalages lijken uitgerekt. En bij sommige zijn ze de mouwen vergeten.
Blijkbaar ben ik te lang niet in de winkelstraat geweest om dit normaal te vinden. Corona, hè. En te druk geweest. Bovendien bleek mijn garderobekast vorig jaar voldoende gevuld om een winter mee door te komen, dus waarom dit jaar niet?
Toch heb ik ondertussen wel wat kledingstukken op mijn verlanglijstje staan. Dus ga ik eindelijk een keer de stad in. Terwijl ik van etalage naar etalage slenter, valt mijn mond steeds verder open. Witte laarzen en jurken. Die droegen we vroeger toch altijd alleen in zomer? En die spencers? Die ken ik vooral uit mijn jeugd. Blote benen onder een jurk –met sokken in je schoenen–, die blijken dit jaar ook ín te zijn. Langzaam komt de vraag bij me boven: wie bedenkt er eigenlijk dat zoiets opeens weer kan?
Ik zoek het thuis toch even op. Er blijken inderdaad mensen te zijn die bepalen wat mode is. Zij bestuderen alle trends in de wereld en vertalen die naar kledingcollecties. Te beginnen die op de catwalks in grote modesteden.
Ik krijg beelden op mijn netvlies van groepjes trendsetters. Ze kijken elkaar lachend aan. Zullen we het wagen? En ja hoor, opeens lopen er mannequins met beige en witte gewaden in Parijs en Milaan. En hoe absurd ook, de rest van de wereld doet hen na.
Het is echt zo: opeens zie ik overal om mij heen mensen met spencers. En met oversized truien. Ik begin eraan te wennen. Witte laarzen lijken me niet praktisch, maar zo’n slobbertrui zit misschien best lekker. Zeker nu we weer meer thuis moeten werken.
En opeens heb ik hem dan toch besteld: mijn grijzemuizentrui. Niet écht wijd. En ook niet wit. Toch duik ik graag weg in die net iets te grote look. Terwijl ik hem aantrek, beloof ik mezelf wel één ding: die blote-benen-met-sokken-trend sla ik over.