Buitenland

Oud-premier Aznar ontkent te hebben gelogen over treinaanslagen

De voormalige Spaanse premier José Maria Aznar heeft maandag het optreden van zijn regering na de treinaanslagen van 11 maart 2004 tegenover een parlementaire onderzoekscommissie verdedigd. De regering wordt verweten dat zij met het oog op verkiezingen te snel zei en te lang volhield dat de aanslagen het werk waren van de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Zij moest later, toen was komen vast te staan dat moslimterroristen achter de aanslagen zaten, op die beschuldiging terugkomen.

AP
29 November 2004 17:53Gewijzigd op 14 November 2020 01:56
MADRID - Minister President van Spanje, Aznar, komt naar buiten nadat hij elf uur lang ondervraagd is door een parlementaire commissie. De commissie heeft hem ondervraagd over zijn rol na de aanslagen op 11 maart 2004. Foto: EPA
MADRID - Minister President van Spanje, Aznar, komt naar buiten nadat hij elf uur lang ondervraagd is door een parlementaire commissie. De commissie heeft hem ondervraagd over zijn rol na de aanslagen op 11 maart 2004. Foto: EPA

Aznar ontkende nadrukkelijk dat zijn regering de ETA de schuld in de schoenen wilde schuiven. Ook wees hij er op dat anderen, zoals de regering van de Baskische regio en de nu regerende socialisten, de ETA eerder dan de centrale regering verantwoordelijk hadden gesteld voor de aanslagen.

Critici van centrumlinkse partijen hebben gezegd dat de regering in eerste instantie vooral bezorgd was over het effect van de aanslagen op de verkiezingen, die drie dagen later zouden worden gehouden. De regering zou hebben gevreesd dat betrokkenheid van islamitische extremisten schadelijk voor haar campagne zou zijn, omdat zij ondanks grote binnenlandse oppositie de Amerikaans-Britse inval in Irak had gesteund. Daarom zou, ook toen eigenlijk al vaststond dat de aanslagen het werk waren van islamitische terroristen, nog enige tijd zijn volgehouden dat de ETA er achter zat.

De commissie begon haar hoorzittingen begin juli. Een van de doelstellingen is om vast te stellen of de aanslagen het gevolg zijn geweest van het besluit om de Amerikanen en de Britten in Irak met dertienhonderd militairen te steunen. Veel Spanjaarden beschouwen de aanslagen als een vergelding voor dat besluit. De conservatieven werden bij de verkiezingen van 14 maart verpletterend weggestemd.

Andere doelstellingen zijn om te zien of de aanslagen voorkomen hadden kunnen worden en of soortgelijke aanslagen in de toekomst te voorkomen zijn. Op de achtergrond speelt de partijpolitiek een grote rol. De conservatieven willen hun naam zuiveren, de socialisten willen de politieke legitimiteit van hun regering aantonen.

Aznar ontkende maandag nadrukkelijk dat zijn partij, de Partido Popular, heeft gelogen toen zij de ETA verantwoordelijk stelde. ’Wij vertelden de waarheid over wat we wisten.’ Hij hield die lezing staande, ondanks herhaalde beweringen van zijn ondervragers dat de conservatieven veel eerder duidelijk hadden kunnen maken dat de ETA geen rol in de aanslagen speelde. Het parlementslid Joan Puig Cordon van het Catalonische Republikeins Links, zei dat de regering een grote fout had gemaakt. ’Uw regering loog en daarom was er op 14 maart een electorale verrassing; dat is het hele verhaal.’

De aanslagen kostten 191 mensen het leven en er raakten ruim achttienhonderd mensen gewond. Er zijn inmiddels 51 mensen gearresteerd, van wie er zestien worden beschuldigd van massamoord en terrorisme. Aznars opvolger, de socialist José Luis Rodriguez Zapatero, wordt op 13 december gehoord. Het onderzoek wordt op 15 december afgerond.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer