EU-landen verwijzen energieplicht naar prullenbak
De Europese ministers voor energiebeleid hebben maandag twee voorstellen afgewezen waarmee ’Brussel’ directe invloed zou krijgen op energie–efficiëntie en op energietransport. De EU–landen willen wel meer samenwerking maar willen geen verplichtingen opgelegd krijgen.
De bewindslieden werden het onder voorzitterschap van minister Brinkhorst eens over regels om de nationale hoogspanningsnetten voor elektriciteit beter op elkaar af te stemmen. Dat beperkt de kans op grootschalige stroomuitval. Maar in tegenstelling tot wat de Europese Commissie had voorgesteld, willen de ministers niets weten van een toezichthoudend orgaan dat kan voorschrijven dat er ergens een nieuwe internationale stroomverbinding moet komen.
De nieuwe eurocommissaris voor energie Piebalgs zei dat hij nu afwacht wat het standpunt van het Europees Parlement zal zijn. Pas wanneer ook de parlementariërs het idee van een verplichtende toezichthouder afwijzen, wil hij zijn voorstel aanpassen.
Ook bij een wetsvoorstel voor efficiënter energiegebruik wilden de ministers geen verplichtingen opgelegd krijgen. De Europese Commissie wil dat de lidstaten in 2010 minstens 6 procent efficiënter omspringen met energie. De ministers willen dat ook, maar niet in de vorm van een verplichting. Ze willen elk jaar bespreken wat de vorderingen zijn om dat doel te bereiken.
Commissaris Piebalgs kondigde verder aan dat hij werkt aan een Europees waarnemingscentrum voor de energiebehoefte. Dat zou meer duidelijkheid moeten geven aan de markten. Piebalgs hoopt dat dat de schommelingen in de aardolieprijs dempt.
Volgens Brinkhorst is een grote meerderheid van de lidstaten tegen het verlagen van de benzine– en dieselaccijnzen om zo de burgers te compenseren voor de duurdere olie. „Veel landen vinden dat contraproductief”, aldus de minister.