Kerk & religie

Geen mensenwerk

Psalm 118:14

Maarten Luther
4 November 2021 08:45
beeld RD
beeld RD

„De Heere is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.”

Uit dit veertiende vers kan men het gehele lied van de rechtvaardigen juist verstaan. Want het is geheel van dezelfde strekking als dit vers. De rechtvaardigen zullen namelijk in hun vergadering niet zingen, verkondigen, prediken, belijden of roemen van mensenwerk, heiligheid en wijsheid, noch ook van vorstenmacht, -troost of -hulp. Dat doen de huichelaars, hovaardigen, eigengemaakte heiligen en de goddeloze, afvallige christenen in hun vergadering.

Maar de rechtvaardigen verwerpen en verachten zulke stinkende eigen heiligheid en zulke hulp en troost van mensen, vorsten en wereld. Ze loven alleen Gods genade, werk, Woord en macht, in Christus ons bewezen. Dát is hun prediking, gezang, lof en lied.

Dit vers zet met de rechterhand des Heeren, tegenover de hand van mensen, opdat men weet, dat in Gods oog voor niets geldt wat mensenhanden vermogen, en dat mensenwerk ook in het geheel niet tot zaligheid dienstig is. Mensenwerk delgt geen zonde uit en doet geen goed werk, noch weet ook iets van de waarheid en de rechte aard van de zaligheid.

Nog veel minder kan het werk van mensen raadgeven en uit nood, gevaar, dood en hel redden of leven en zaligheid schenken. Maar de rechterhand van God, die is het, die doet het. Zij oefent macht uit. Van deze machtsoefening hebben wij hierboven reeds gesproken en aangetoond hoe ze vertroost.

Maarten Luther,
hoogleraar in Wittenberg

(”Psalm 118 verklaard”, 1530)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer