Winkeliers: mondkapje gaat nog, toegangsbewijs absurd en zinloos
Dat het in winkels weer verplicht wordt een mondkapje te dragen om de coronabesmettingen omlaag te krijgen, heeft de goedkeuring van de winkeliers, al is het niet van harte. De mogelijke invoering van coronatoegangsbewijzen in bijvoorbeeld winkels noemt de organisatie daarentegen „absurd en zinloos”. Het leidt tot discussies bij de winkeldeur, heeft geen draagvlak en wordt door geen enkel ander land toegepast. Dat zegt winkelbrancheorganisatie INretail in een reactie op de coronapersconferentie van het kabinet.
INretail benadrukt dat winkels geen besmettingsbron zijn. Het coronatoegangsbewijs is volgens de organisatie ook bedoeld voor plekken waar je een kwartier of langer binnen 1,5 meter afstand van andere mensen bent. Een winkelbezoek duurt doorgaans korter. Controle van het testbewijs vergt bovendien tienduizenden extra medewerkers die er vanwege de arbeidskrapte niet zijn, zo klinkt het.
INretail wijst erop dat in geen enkel Europees land een toegangsbewijs nodig is voor het mogen betreden van een winkel. „Duitsland heeft na een proef in enkele deelstaten geconcludeerd dat het onwerkbaar is”, aldus de organisatie.
Ook het Vakcentrum voor Zelfstandig Retailondernemers noemt het eventueel invoeren van coronatoegangsbewijzen voor winkeliers niet acceptabel. Een dergelijke maatregel zou volgens de organisatie „disproportioneel” zijn. Volgens het centrum zijn winkels nauwelijks een bron van besmettingen. Uit eerste berekeningen van de organisatie blijkt verder dat de personeelskosten voor bijvoorbeeld een gemiddelde speelgoedwinkel met zo’n 30 procent kunnen stijgen, omdat personeel ook met de handhaving belast wordt.
Verder zou een toegangsbewijs volgens het vakcentrum voor minder shoppers zorgen. En daarmee voor minder omzet. Onder andere de impulsaankopen zouden minder worden. Die zijn volgens de organisatie een belangrijk onderdeel van de omzet van winkels. Daarbij zijn winkelbedrijven nog aan het bijkomen van de impact van de crisis en eerdere maatregelen.