Opinie

Convent is geen doel maar een middel

Een convent van kerken organiseren op landelijk niveau en een plaatselijk convent van predikanten zijn mooie initiatieven. Toch wil ik er een paar kanttekeningen bij plaatsen.

Prof. dr. H. J. Selderhuis
2 November 2021 18:57
„Als het bij een convent blijft kan zo’n convent ons ook in een prettige, kerkelijke vrijblijvendheid brengen.” beeld iStock
„Als het bij een convent blijft kan zo’n convent ons ook in een prettige, kerkelijke vrijblijvendheid brengen.” beeld iStock

De studiedag over de synode van Emden heeft pennen en gedachten in beweging gezet. Dat geldt vooral het stimulerende voorstel van collega prof. Van Vlastuin om een convent van kerken te organiseren (RD 26-10). Prof. Van Vlastuin stelde in zijn opiniebijdrage „dat zo’n gereformeerd convent zou moeten ingaan op de hete hangijzers van nu, zoals het Schriftgezag, scheppingsgeloof, homoseksualiteit en vrouw in het ambt”, en gaf daarbij al aan welke antwoorden op deze vraagstukken gegeven zouden kunnen worden. Ik vrees echter dat deze antwoorden als voorwaarden voor deelname kunnen gaan gelden en dat zo’n convent gevaar loopt juist datgene te gaan doen doet wat voor gereformeerden in 1944 reden was zich vrij te maken, namelijk dat er naast of zelfs boven de belijdenis standpunten zijn waarmee ingestemd moet worden. Destijds heetten dat bovenschriftuurlijke bindingen. De synode van Emden hield het eenvoudiger: wie instemt met de belijdenis mag meedoen met de aanstaande Gereformeerde Kerk in Nederland. Emden vroeg niet minder, maar ook niet meer. Laten wij dat vandaag dan ook niet doen.

Kerkmodel

Er was al eens eerder sprake van een convent, namelijk dat van Wezel in 1568, maar dat is niet doorgegaan. Het was er ter voorbereiding van een synode, en zo wil ik het convent dat prof. Van Vlastuin voorstelt dan ook graag zien. Immers, als het bij een convent blijft kan zo’n convent ons ook in een prettige, kerkelijke vrijblijvendheid brengen, tenzij we met elkaar een ander gereformeerd kerkmodel willen uitdenken. Het is zeker de moeite waard om dat te onderzoeken en zowel prof. Van Vlastuins voorstel als de huidige kerkelijke situatie stimuleren ons daartoe, maar dan zoeken we wel iets anders dan Emden 1571 en Dordrecht 1618/19 voorstonden. Dat hoeft niet erg te zijn, want de Schrift schrijft ons geen vast kerkelijk model voor. De Reformatie nam nadrukkelijk afscheid van een bestaand model en de reformatoren stonden voor vernieuwing en verandering, ook wat de organisatie van de kerk betreft. Reden en ruimte tot nadenken dus. En ook daarvoor zou zo’n convent een goed platform zijn.

Dat nadenken lijkt me in het licht van de enquête waarover het RD (30-10) berichtte ook wel noodzakelijk, want hebben wij als hoogleraren en predikanten wel voldoende door dat onze hoorders in toenemende mate helemaal niet meer in kerkelijke kaders denken? Zij maken zich over synode, convent en kerkverband geen zorg. Ze willen ’s zondags gewoon een goeie preek horen, waar die ook maar gehouden wordt.

Luxe

In Dordrecht heeft men al goede ervaringen met een plaatselijk convent van predikanten, berichtte het RD (28-10). Mooi dat –net als in veel andere plaatsen– die dominees uit verschillende kerken bij elkaar komen. Maar de oecumene van dominees is geheel wat anders dan de oecumene van gereformeerde kerken. Volgens het verslag stelt ds. Van der Zwan voor „een convent van onderop te laten groeien.” Daarmee laat ds. Van der Zwan zien dat hij degelijk gereformeerd en zelfs degelijk christelijk gereformeerd is – wat ik trouwens al wist en waarom ik hem zo mag. Immers, synoden van de Christelijk Gereformeerde Kerken (CGK) hebben al decennia de plaatselijke kerken opgeroepen samenwerking van onderop te laten groeien. Daarom hebben veel kerken plaatselijk contact gezocht met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) en zijn daarbij ver gekomen, zo ver dat er in verschillende plaatsen een gezamenlijke kerk is ontstaan. Nu gaan er echter CGK-stemmen op die contacten die van onderop ontstaan zijn, weer van bovenaf af te remmen of zelfs te stoppen. Of zijn contacten met hersteld hervormde gemeenten van onderop beter dan GKV-contacten?

Ik ben blij te lezen dat ds. Van der Zwan toch blijft geloven in de dingen die van onderop gebeuren, maar ik pleit wel voor enige nuchterheid gelet op synodale en plaatselijke ontwikkelingen. In het convent van Dordrecht wordt, aldus ds. Van der Zwan, ook over verschil in opvatting over vrouw en ambt gesproken. Maar als dat daar kan, zou dat dan ook niet kunnen binnen een convent van kerken dat een synode of kerkverband toch eigenlijk is? Op de synode van Dordt 1618/19 werden destijds predikanten weggestuurd – en volgens mij volledig terecht, in het convent van Dordt 2021 wordt er over forse verschillen doorgepraat. Dat is de luxe van een domineesgesprekskring, maar zouden de kerken niet ook in die luxe mogen delen?

Toegang ontzegd

Ik schrijf dit alles met veel kerkelijke boter op mijn hoofd. Het is in principe –en met toestemming en zelfs aanmoediging van de CGK-synode– mogelijk dat in vier achtereenvolgende CGK-diensten predikanten van vier verschillende kerkverbanden voorgaan (HHK, PKN, NGK en GKV). Tegelijk wordt er enerzijds dankbaarheid uitgesproken als ergens op een CGK-preekstoel een HHK-predikant mag voorgaan, terwijl anderzijds een groot aantal eigen CGK-predikanten de toegang tot diezelfde preekstoel ontzegd wordt.

Prof. Van Vlastuin en ook ds. Van der Zwan helpen ons zeker verder, maar we moeten wat de kerk betreft wel nuchter en vooral gereformeerd blijven. De kerk is namelijk niet van ons, maar we zitten er met onze zondigheid wel middenin. Dat eerste bemoedigt en stelt gerust. Dat tweede houdt ons met beide benen op de grond.

De auteur is rector van de Theologische Universiteit Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer