Landen presenteren hun doemscenario’s en oplossingen in Glasgow
Met een kunststof pinguïn die aan een strop bungelt en een stel rechtopstaande ijsberen met zwemvesten aan symboliseert het kleine eilandstaatje Tuvalu de gevaren van klimaatverandering op een wel heel directe manier. Tuvalu behoort tot de landen en organisaties die een eigen paviljoen hebben ingericht op de COP26, de grote klimaattop in Glasgow. Dit deel van de conferentie draait om het uitleggen van het probleem, het aandragen van oplossingen. En om zelfpromotie.
Bezoekers van het hoekje van Tuvalu krijgen een toeristische folder toegestopt, waarin het landje onder meer de mogelijkheden om te snorkelen promoot. „Tijdloos Tuvalu” noemt het Polynesische landje zichzelf, maar in die slogan ligt bittere ironie verscholen. „Als je van Tuvalu hebt gehoord, is het waarschijnlijk omdat het, samen met andere laaggelegen eilandnaties zoals onze buurlanden Kiribati en Samoa, het gevaar loopt om van de kaart te worden geveegd door de stijgende zeespiegel”, luidt de laatste zin van de folder.
Nederland pakt het minder beeldend, maar vooral inhoudelijk aan. Samen met België, Luxemburg en de Europese Investeringsbank (EIB) heeft ons land een programma opgesteld met diverse paneldiscussies van deskundigen, bijvoorbeeld over de rol die de financiële sector kan spelen in klimaatadaptatie. Met die term wordt bedoeld: de aanpassing op een opwarmende wereld. Ook wordt er dinsdag het Benelux Climate Platform gepresenteerd, een nieuw centrum dat de uitwisseling van kennis over het klimaat moet vergroten.
Een land als Rusland heeft ook een paviljoen, al liet president Vladimir Poetin verstek gaan op de top en hield hij het bij een vooraf opgenomen boodschap. „Nucleair voor een beter leven” is de titel van een presentatie die bezoekers er kunnen bekijken op een groot scherm. De nadruk ligt er helemaal op de potentie van kernenergie, dat ondanks de risico’s en afvalproblemen die daar weer bij komen kijken, geen CO2-uitstoot veroorzaakt.
Even verderop legt Saudi-Arabië, een van de grootste olieproducenten ter wereld, veel nadruk op de technologische ontwikkelingen die het land boekt op het gebied van waterstof. Daarmee houdt het land zich aan een opvallende scheidslijn op dit deel van de conferentie. Rijke landen die veel hebben bijgedragen aan de opwarming van de aarde focussen het liefst op de toekomst en op de oplossingen. Armere landen focussen juist meer op de problemen die zij nu al ondervinden. De zogenoemde Coalitie van Regenwoudnaties benadrukt bijvoorbeeld dat zij „de klimaatnoodtoestand niet hebben veroorzaakt, maar de impact ervan dagelijks voelen”.