Adviesraden: Maak verhaal slavernijmuseum vanaf begin breder
Vertel in het toekomstige museum over het Nederlandse slavernijverleden ook direct de geschiedenis van de voormalige VOC-gebieden. Dat adviseren de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad. „Het verhaal van de trans-Atlantische slavernij (inclusief West-Afrika) kan niet verteld en begrepen worden zonder daar ook de Nederlandse geschiedenis van slavernij in de Indische Oceaan (inclusief Oost- en Zuid-Afrika) en Indonesische archipel bij te betrekken”, staat in een advies aan demissionair minister Ingrid van Engelshoven (OCW) en het Amsterdamse stadsbestuur.
Door direct dit deel van de geschiedenis er vanaf de oprichting van het museum bij te betrekken, wordt volgens het advies het volledige verhaal van de koloniale slavernij en de wereldwijde impact ervan zichtbaar. De raden reageren hiermee op het verkenningsrapport Met de kracht van de voorouders, dat eerder dit jaar verscheen van de Regiegroep Nationaal Atlantisch Slavernijmuseum. In het rapport is voorgesteld een nieuw slavernijmuseum in Amsterdam te bouwen, dat een aanvulling is op bestaande musea over slavernij en een ontmoetingsplaats moet worden voor bezoekers van verschillende leeftijden, achtergronden en opleidingsniveaus.
In de verkenning werd de trans-Atlantische slavernij als uitgangspunt genomen voor het museum, met het idee om op den duur ook ruimte te maken voor de slavernij in ‘de Oost’. Volgens het advies van de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad is het raadzaam dit verhaal al vanaf het begin te vertellen, mede vanwege de toegenomen maatschappelijke aandacht voor slavernij in deze voormalige VOC-gebieden.
De raden noemen verder het belang van de komst van het museum „evident”. „Alle Nederlanders zouden in aanraking moeten komen met dit onderbelichte deel van onze geschiedenis en hoe dat doorwerkt tot op de dag van vandaag.” Ze menen dan ook dat een nieuw slavernijmuseum van grote betekenis zal zijn en zal bijdragen aan de geschiedschrijving, evenals de bewustwording en verwerking van het slavernijverleden.
Demissionair minister Van Engelshoven reageerde op Twitter na de overhandiging van het advies: „Wat mij betreft is het niet de vraag of, maar hoe er een nationaal slavernijmuseum moet komen. Laten we vanuit de inhoud kijken naar de opzet van dit museum.”
Het museum moet zo’n 7000 vierkante meter groot worden. De gemeenteraad besluit naar verwachting in december over de komst van het museum. Volgens het advies kan bij gebrek aan ruimte in de hoofdstad ook worden gekeken naar een andere plek in de metropoolregio Amsterdam.