Ds. G. van Wijk 25 jaar predikant: Preek moet soms schuren
Net iets in de luwte van het dorpscentrum van Hedel staat het kerkgebouw van de hervormde gemeente, met een parmantig houten torentje op de daklijn. Naast de kerk ligt de gemeentelijke begraafplaats. Vlakbij staat de pastorie van ds. G. van Wijk.
In de huiskamer van het grote domineeshuis brandt de houtkachel. Op een stapeltje boeken ligt ”Het wonder van het Westland”, de levensbeschrijving van ds. Jac. van Dijk, samen met ”Wie is God”, van de Duitse predikant ds. Olaf Latzel. In de boekenmolen ligt de kerkgeschiedenis van Praamsma.
Aan de wand hangt een schilderij van de Emmaüsgangers. Aan het einde van een lange dag zitten ze met de onbekende Gastheer aan tafel. Pas wanneer Hij het brood breekt, gaat hen het licht op. De ontsteltenis spat uit hun ogen. Opeens kennen ze Hem, maar dan is Hij al weer weg „uit hun gezicht.”
Het schilderij kreeg ds. Van Wijk bij zijn afscheid van Dordrecht, zijn derde gemeente. In Nieuwer ter Aa sloeg hij als gemeentepredikant voor het eerst de hand aan de ploeg. „Daar heb ik leren preken, althans, voor wat het waard is. In Nieuwer ter Aa hielden de mensen van een stevige preek, orthodox, in de goede zin van het woord. Daar waren de mensen oerhervormd. Als het in de preek wat dieper ging, gingen ze er graag voor op het puntje van de bank zitten.”
Wezep was de tweede gemeente. „Dat was een brede volkskerk. In Wezep heb ik pastoraat leren bedrijven.” In Dordrecht leerde hij wat het zeggen wil om een kerkelijke gemeente door moeilijke jaren heen te loodsen. „Daar heb ik leren besturen, opnieuw: voor wat het waard is.” Hedel is zijn vierde gemeente. „Dit is een kleine gemeente, kwetsbaar in zijn kleinheid, maar ik kan het Woord hier kwijt. De mensen hebben oren voor een Bijbelse prediking. Men valt voor het Schriftwoord: Alzo spreekt de Heere.”
Vergleden jaren
Ds. W. van Gorsel bevestigde kandidaat Van Wijk op 27 oktober 1996 in het ambt van predikant. „Als ik terugdenk aan Nieuwer ter Aa zie ik al die mensen weer. O ja, die ene catechisant. En ja, die mevrouw daar, op het hoekje van de bank. Het is alsof het allemaal gisteren gebeurd is.”
Mijmerend over vergleden jaren, zegt ds. Van Wijk: „De tijd vliegt voorbij. Zo ervaar ik het echt. De mens komt en gaat weer, naar zijn eeuwig huis. Zulke waarheden heb ik vroeger wel vroom nagesproken, maar inmiddels krijgen zulke woorden wel steeds meer diepte. Het leven is een damp. Dat zeg ik niet vanuit angst voor de dood, maar vanuit het besef dat onze tijd kostbare genadetijd is. Wat doen we ermee? We zijn vaak zo druk met van alles en nog wat, met alles wat geen zoden aan de dijk zet. Wij gaan voorbij, maar het Woord blijft, tot in eeuwigheid, zegt Jesaja. En het werk van de Heere, het borgwerk van de Zaligmaker, dat blijft ook. Dat zijn in het kort de kernnoties van ons leven.”
Voorspelbaarheid
Wat is de boodschap van iedere preek? „Dat hangt voor 100 procent van de tekst af. De tekst is leidend. Onze preken kunnen lijden aan een zekere voorspelbaarheid. De hoorders kunnen zich doodluisteren aan rechtzinnigheden en aan de bekende volgorde van ellende, verlossing en dankbaarheid, hoe waarheidsgetrouw dat ook is. Maar een preek moet schuren. Preken ervaar ik als het scheef hangen van het schilderijtje. Mensen lopen altijd aan een schilderij voorbij, totdat het scheef hangt. Een preek moet mensen in beweging brengen, zodat men er weer eens rechtop voor gaat zitten.
Op de preekstoel probeer ik duidelijk te maken dat het van onze kant nooit meer wat wordt. Zelfs in religieus opzicht komt er bij ons niets goeds meer uit. Dat is één. En twee is: Van Gods kant ligt het heil veel ruimer dan wij ons ooit kunnen voorstellen. Van Hem komt alles, ook een schuldverslagen hart komt van Hem. Mensen denken dan al gauw aan de verkiezing en vinden dat natuurlijk een lelijk woord. Maar nee, verkiezing is welbehagen. Daardoor kan een mens weer zalig worden.”
Getrouw zijn
Over de vrucht van 25 jaar preken zegt ds. Van Wijk: „Ik bid tot God dat ik voor velen tot zegen geweest ben. Maar wat in mijn binnenste overblijft is wat Jezus zegt in de gelijkenis van de talenten: „Over weinig zijt gij getrouw geweest.” Dat is wat anders dan succesvol zijn. Maar toch: getrouw geweest, hoewel, over weinig, maar toch getrouw.
Zo hoop ik als een dienstknecht trouw op mijn post te staan, trouw het Evangelie te bedienen, trouw na te spreken wat het Woord mij voorzegt, trouw de boodschap van mijn Koning uit te dragen. Soms mag je als dienaar horen dat een preek iemand heeft geraakt. Het valt me dan altijd op dat het dan zelden de preek betreft, evenmin een puntige onderverdeling, of iets van dien aard. In negen van de tien gevallen is het juist een geciteerde tekst uit de Schrift die naar binnen slaat. Het Woord van God heeft dus zijn eigen dynamiek. Juist als ik er als prediker zo dicht mogelijk bij in de buurt blijf, ervaar ik de grootste zegen.”