Landelijke ophokplicht voor pluimvee vanwege vogelgriep
Minister Carola Schouten van Landbouw stelt een landelijke ophokplicht in voor alle bedrijven die commercieel pluimvee houden, om de verspreiding van vogelgriep tegen te gaan. De ophokplicht is dinsdag om 12.00 uur ingegaan, laat het ministerie weten.
Een zeer besmettelijke variant van de vogelgriep (H5), die tot ernstige ziekte of sterven bij vogels leidt, is aangetroffen bij een pluimveebedrijf in Zeewolde. De 36.000 dieren op het bedrijf worden geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Maar het virus is ook al op andere plekken opgedoken. „Met het oog op de uitbraak in Zeewolde, toenemende vondsten van dode wilde vogels in Noord-Nederland én besmette wilde vogels in Duitsland, stelt minister Schouten een landelijke ophokplicht in voor commercieel gehouden pluimvee”, aldus het ministerie. „Dit gebeurt om het risico op insleep van het vogelgriepvirus uit wilde vogels bij bedrijven in Nederland te verkleinen.”
Dierentuinen, kinderboerderijen en houders van hobbyvogels moeten hun dieren afschermen, om te voorkomen dat ze in contact komen met zieke wilde vogels.
Een eerdere ophokplicht werd begin juli opgeheven voor het hele land. In veel regio’s moesten commerciële kippenboeren maandenlang hun pluimvee binnenhouden.
Gigantisch geschrokken
Voorzitter Bart-Jan Oplaat van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) is „gigantisch geschrokken” door de vondst van vogelgriep op het pluimveebedrijf. „Een ruiming is een verschrikking voor de dieren en het bedrijf”, zegt hij. Oplaat vindt het goed dat er een landelijke ophokplicht is ingesteld door demissionair minister Schouten van Landbouw om verspreiding van vogelgriep te voorkomen. „De vogelgriep komt met de vogeltrek”, zegt Oplaat. „We nemen als sector al veel maatregelen qua hygiëne en daar houdt iedereen zich heel strikt aan. Maar als kippen buiten lopen is er altijd een risico dat dit kan gebeuren.”
LTO Nederland sluit zich aan bij de woorden van de NVP en laat weten mee te leven met het getroffen bedrijf.
Volgens de NVP worden pluimveebedrijven binnen een straal van drie kilometer nu gescreend op de ziekte. De organisatie laat weten dat er vijftien bedrijven en een broederij in het toezichtgebied zitten.
Een eerdere ophokplicht werd begin juli opgeheven voor het hele land. In veel regio’s moesten commerciële kippenboeren maandenlang hun pluimvee binnenhouden.
Barneveld
De ophokplicht zal vooral sterk gevoeld worden in de gemeenten Venray, Ede en Barneveld. In deze gemeenten is een kwart van de Nederlandse bedrijven met legkippen gevestigd, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers over 2020.
In deze drie gemeenten bevindt zich tevens ruim 21 procent van de legkippen. Cor Pierik, landbouweconoom van het CBS, weet dat een ophokplicht vooral economische gevolgen heeft voor pluimveehouderijen met legkippen. Deze kippen mogen namelijk vaak ook naar buiten, anders dan vleeskuikens.
„Als kippen binnen moeten blijven, dan heeft dat impact op boeren die dan geen uitloopeieren kunnen leveren”, aldus Pierik. Nederland telde vorig jaar 856 bedrijven met leghennen. Die hielden samen ruim 43 miljoen kippen.
In Limburg en Gelderland is de helft van de legkippen te vinden en de helft van de bedrijven die zich hiermee bezighouden. Ook in Noord-Brabant en Overijssel zitten veel pluimveehouders.