Erdogan gedraagt zich als sultan, maar is zeker niet seniel
De kritiek op Recep Tayyip Erdogan was dit weekeinde bepaald niet mals. Dat het Turkse staatshoofd op ramkoers ligt met het Westen –inclusief Nederland– was nog de vriendelijkste opmerking. Afkomstig van Kamerlid Kati Piri (PvdA).
Derk Jan Eppink deed er nog een schepje bovenop. De Turkse president is „de kluts kwijt en lijkt een sultan richting seniliteit”, twitterde de parlementariër van JA21.
De vraag is welke volksvertegenwoordiger het dichtst in de buurt van de waarheid komt.
De constatering van Piri klopt in elk geval. Met zijn besluit om tien ambassadeurs, onder andere van Duitsland, Frankrijk, Nederland en de Verenigde Staten, tot ”persona non grata” te verklaren, zet Erdogan de relatie met een flink aantal westerse landen op scherp. Naar verwachting zal deze stap zelfs door het zware diplomatieke middel van uitzetting worden gevolgd.
Aanleiding vormt de gezamenlijke verklaring van de diplomaten waarin zij oproepen de Turkse zakenman en filantroop Osman Kavala vrij te laten. Die zit al vier jaar zonder veroordeling achter de tralies. Volgens de autoriteiten wil hij Turkije destabiliseren.
Het Europees Hof voor de Mensenrechten stelde al in 2019 dat er geen enkel bewijs tegen de Turkse zakenman is en riep Ankara op hem vrij te laten. De ambassadeurs menen dat zij met hun verklaring in lijn met de uitspraak van de Europese rechter handelen.
Daar denkt Erdogan heel anders over. „Wie denken jullie wel dat je bent?”, zei de Turkse president eind vorige week.
Nu is het een vrij algemeen uitgangspunt dat staten zich niet al te veel met elkaars interne aangelegenheden bemoeien. Maar sommige leiders doen daar wel erg vrijmoedig een beroep op. Vanuit de gedachte dat ze toch vooral hun eigen gang moeten kunnen gaan. Terwijl het toch zeker niet ongebruikelijk is dat landen elkaar ook op het naleven van mensenrechten aanspreken. Vier jaar onveroordeeld in de cel zitten behoort niet bepaald tot de deugden die een rechtsstaat kenmerken.
Verbazing hoeft de houding van Erdogan intussen niet te wekken. Zijn handelswijze volgt een bekend patroon. Binnenlandse kritiek wordt al snel achter solide tralies gesmoord. Buitenlands protest wordt van tafel geveegd, desnoods met inzet van diplomatieke paardenmiddelen.
De vraag is alleen waarom hij juist nu het Westen tegen zich in het harnas jaagt, terwijl hij de afgelopen maanden een wat gematigder toon aansloeg. Zijn het de inmiddels bekende verklaringen van de aandacht afleiden van de noodlijdende Turkse economie en de naderende verkiezingen van 2023, die Erdogan wellicht gaat verliezen?
En dan de opmerking van Eppink over de seniele sultan. Erdogan gedraagt zich bij tijd en wijle zeker als een despoot, maar dan wel een die ze allemaal nog prima op een rijtje heeft. Dat is misschien des te zorgwekkender.