Moordzaak Peter R de Vries in mei of juni inhoudelijk behandeld
De inhoudelijke behandeling van de moord op Peter R. de Vries vindt volgend jaar mei of juni plaats in de rechtbank in Amsterdam. Dat zei de officier van justitie maandag tijdens de eerste voorbereidende zitting.
Verdachten Delano G. en Kamil E. zijn daarbij aanwezig. De volgende, wederom voorbereidende zitting, is op 6 december. Het onderzoek is nagenoeg afgerond, liet de officier weten. Het Openbaar Ministerie ziet G. als schutter en E. als onder meer chauffeur.
Volgens het Openbaar Ministerie arriveerden E. en G. op de avond van de moord om 18.47 uur met een Renault Kadjar op de Prinsengracht, in de nabijheid van de tv-studio van RTL Boulevard aan het Leidseplein en de plek waar De Vries is neergeschoten.
Na hun aankomst zouden E. en G. door de Lange Leidsedwarsstraat en langs de achteruitgang van de tv-studio hebben gelopen. Vervolgens keken ze verderop in de straat bij de garage waar de auto van De Vries stond geparkeerd.
Het OM verdenkt E. uit Maurik er ook van dat hij op maandag 28 juni, ruim een week eerder, een voorverkenning heeft uitgevoerd in de nabijheid van de parkeergarage. E. zou die avond rond 19.27 uur De Vries zijn gevolgd naar de garage. E. ontkent dat.
De twee verdachten zijn op de A4, ter hoogte van de afrit Leidschendam, klemgereden en aangehouden. Bij de arrestatie van G. en E. zijn ook wapens gevonden, waaronder een automatisch vuurwapen met twee patroonmagazijnen met daarin 21 en 25 patronen. Ook vond de politie een omgebouwd alarmpistool met daarin zeven patronen en een gevuld patroonmagazijn met nog eens zeven patronen. Uit forensisch onderzoek is gebleken dat De Vries waarschijnlijk met dit omgebouwde pistool in het hoofd is geschoten. Op de plaats waar de misdaadverslaggever is
neergeschoten zijn vier hulzen gevonden. Op de patroonhouders is DNA van beide verdachten aangetroffen, zei de officier van justitie.
Op de handen van de verdachte schutter zijn deeltjes van schotresten gevonden. De pistoolmitrailleur lag volgens de officier van justitie in een grote boodschappentas in de auto. Op de vloer van de auto voor de bijrijdersstoel lag een camouflagejas, gelijk aan de kleding die de schutter zou hebben gedragen. Ook vond de politie een flesje benzine in de auto. Volgens de officier van justitie zouden de verdachten met de benzine de vluchtauto in brand hebben willen steken om sporen uit te wissen.