Afname voortijdige verlating school
Het aantal jongeren dat hun school verlaat zonder diploma is in het afgelopen jaar gedaald met zo’n 10 procent. In 2003 waren er bijna 64.000 voortijdige schoolverlaters, een jaar eerder 70.500.
Het is voor het eerst in de geschiedenis dat het aantal scholieren dat zonder diploma van school gaat zo spectaculair daalt. Dat schrijft staatssecretaris Rutte van Onderwijs in een brief die hij donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Enkele weken geleden zei Rutte in de Kamer al dat het aantal jongeren zonder diploma daalde, maar toen wist hij nog geen cijfers.
De bewindsman is trots op het bereikte resultaat: „Eindelijk een positief bericht over het taaie onderwerp van voortijdig schoolverlaten.” Zijn doelstelling is het aantal voortijdige schoolverlaters in 2006 met 30 procent terug te dringen en in 2010 met 50 procent. In totaal kostte de aanpak van het voortijdig schoolverlaten in 2003 ruim 43 miljoen euro.
Onder de voortijdige schoolverlaters zitten relatief veel jongelui van buitenlandse afkomst. In 2003 was 42 procent van de groep allochtoon. Van de totale bevolking is zo’n 10 procent van buitenlandse komaf.
Het kabinetsbeleid is gericht op herplaatsing van de jongeren in het onderwijs. Dat is vorig jaar bij 62 procent gelukt. Dat is een stijging van 1,3 procent ten opzichte van 2002. Van de overigen vond 27 procent een baan en de rest is waarschijnlijk werkloos.
De meeste vroegtijdige schoolverlaters komen voor in het vmbo en het middelbaar beroepsonderwijs. Ook verlaten meer jongens dan meisjes de school zonder diploma. De meesten stoppen met hun opleiding omdat ze een verkeerde keus hebben gemaakt. Ook spelen privé-problemen vaak een rol.
De daling is volgens Rutte totstandgekomen dankzij betere samenwerking tussen scholen, het ministerie van Sociale Zaken en hulpverleningsinstellingen. Er zijn in de afgelopen jaren tal van projecten opgezet om scholieren terug te laten keren.
Vooral in Amsterdam, waar de schooluitval gemiddeld hoger ligt dan in de rest van het land, zijn veel projecten opgezet. Zo probeert de gemeentelijke dienst Maatwerk via zogeheten jongerenloketten in contact te komen met schoolverlaters. „Scholen, maatschappelijk werk, kerken en moskeeën helpen ons daarbij”, aldus een woordvoerder. Het bureau krijgt eenderde van de schoolverlaters terug in de schoolbankjes. De meeste jongeren kiezen echter voor een werkervaringsproject.
In Urk zijn ook relatief veel vroegtijdige schoolverlaters. Zij verlaten zonder diploma de school om in de visindustrie te gaan werken. Vorig jaar is daar een leerwerktraject opgezet. Dat is succesvol, mede omdat er zeer streng wordt gecontroleerd op spijbelen. Leerlingen die twee keer wegblijven zonder wettige oorzaak, moeten op het matje komen bij de officier van justitie en krijgen een boete.