Opinie

Verbod identiteit voor refoscholen discriminerend

Identiteitsverklaringen verbieden in alleen het reformatorisch onderwijs is discriminerend. Legio scholen gaan uit van een identiteit. Het is verontrustend dat een ruime Kamermeerderheid dat niet inziet.

Renée van Schoonhoven
14 October 2021 14:59
„Slob probeerde nog de Kamer van gedachten te veranderen door aan te geven dat de motie voor het verbieden van identiteitsverklaringen in veel te algemene termen is gesteld.” beeld ​ANP, Koen van Weel
„Slob probeerde nog de Kamer van gedachten te veranderen door aan te geven dat de motie voor het verbieden van identiteitsverklaringen in veel te algemene termen is gesteld.” beeld ​ANP, Koen van Weel

In Nederland hebben we veel zaken goed geregeld. Ordentelijk, overzichtelijk, volgens de regels die daarvoor staan en die voor iedereen gelden. En dat is fijn, want dat geeft zekerheid. We weten zo waar we aan toe zijn.

Soms is dat ”goed regelen” op deelterreinen niet of nog niet volledig tot ontplooiing gekomen. Ook in het onderwijs is dat weleens het geval. Zo overkwam het een jaar of vijftien geleden een reformatorische mbo-instelling dat ze bij de beslissingen over de toelating van nieuwe studenten volgens de rechter niet consequent en consistent genoeg handelden. Strekking: als je gebruikmaakt van de mogelijkheid om in een toelatingsbeleid ouders en studenten te bevragen op het onderschrijven van de identiteit, en die mogelijkheid is er, dan moet dat wel volgens de regelen der kunst gebeuren. Voor álle studenten en ouders dezelfde regels toepassen. Dat is wel zo ordentelijk en overzichtelijk. Het geeft houvast en rechtszekerheid. Tegen deze achtergrond is het zeker niet vreemd dat deze scholen –gelet op het juridische kader– vragen de identiteit van de school ook ‘op papier’ te onderschrijven.

Elementair recht

Zo’n identiteitsverklaring kan natuurlijk niet in strijd zijn met de wet. Er kunnen geen elementen in staan die indruisen tegen democratische basiswaarden in onze samenleving. Zou dat wel zo zijn, dan zijn deze juridisch aanvechtbaar en mogelijk zelfs strafbaar. Maar vragen aan ouders en studenten of zij de geloofsrichting of levensbeschouwing van de school onderschrijven is niet in strijd met de wet, noch discriminatoir, laat staan strafbaar. Het is daarentegen een elementair recht, zelfs een van de fundamenten van ons onderwijsbestel.

Dit recht staat meer en meer onder druk. Vorige week heeft een ruime Kamermeerderheid een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht identiteitsverklaringen in het onderwijs te verbieden. De strekking is eenvoudig dat ”het verboden moet worden”. Minister Slob heeft nog geprobeerd de Kamer van gedachten te veranderen door aan te geven dat deze motie in veel te algemene termen is gesteld, maar het mocht niet baten.

Verontrustend

In meerdere opzichten is de gang van zaken rond deze motie verontrustend. Ten eerste wil blijkbaar een Kamermeerderheid dat scholen überhaupt niet meer aan ouders en studenten vragen stellen over de identiteit van de school. Ordentelijk, consequent en consistent handelen voor de scholen die dat wél willen doen, wordt zo juridisch gezien onmogelijk gemaakt. Immers: als je geen vragen meer mag stellen, kun je de antwoorden ook niet noteren.

Ten tweede: dat zo’n lijn zich ook tégen de strekking van de motie kan keren, wordt blijkbaar niet ingezien. Immers, scholen komen dan terecht in een zone van ”don’t ask, don’t tell”, een schemergebied dat zeker voor leerlingen, studenten en ouders onzekerheid en onveiligheid kan opleveren. Duidelijkheid geven over de identiteit van de school vooraf, en over en weer daar transparant over zijn, kan veel misverstanden, pijnlijke situaties en juridische procedures voorkomen. Bovendien vereenvoudigt duidelijkheid vooraf het externe toezicht op het toelatingsbeleid door de Inspectie van het Onderwijs. Immers: hoe toe te zien op iets wat niet meer mag worden vastgelegd?

Verder is het opmerkelijk dat de Kamer alleen daar waar het reformatorische scholen betreft steeds maar weer begint over identiteitsverklaringen. Legio scholen gaan uit van een identiteit. Dat kan een godsdienstige identiteit zijn of een levensbeschouwelijke, zoals de antroposofie. Of een onderwijskundige identiteit zoals jenaplan of montessori. Zélfs openbare scholen gaan uit van een identiteit. Dit omdat onderwijs geven zónder ook maar enige visie op het leven, op samenleven, op leren voor later, eenvoudigweg niet bestaat. Daarom hebben alle scholen in ons land een visie, een missie, een schoolplan en een schoolgids. Daarin verklaren alle scholen hun identiteit, aan hun omgeving, aan ouders, studenten en leerlingen. Vinden alle 
Kamerleden die de motie hebben ondersteund dat ook deze identiteitsverklaringen moeten worden verboden?

Rechtssysteem

Gelijke monniken, gelijke kappen. Als verklaringen van scholen over hun identiteit mogen blijven bestaan, dan ook in het reformatorisch onderwijs. Want: consequent, consistent, ordentelijk. Elke stap die de wetgever zet ten aanzien van het beperken van de ruimte van scholen om hun identiteit te verklaren, vergt explicatie van het hoe en waarom van die beperking en een motivering van nut en noodzaak. Daaronder valt onder meer een verduidelijking op hoe een dergelijke beperking of een verbod past binnen ons rechtssysteem. Een systeem dat ook is gebaseerd op een verbod op onderscheid naar godsdienstige overtuigingen.

Identiteitsverklaringen verbieden in alleen het reformatorisch onderwijs is discriminerend. Het is verontrustend dat een ruime Kamermeerderheid ook dat niet inziet.

De auteur is hoogleraar onderwijsrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer