Buitenland

Aznar belooft open kaart te spelen voor commissie

De voormalige Spaanse premier José Maria Aznar heeft niets te verbergen over zijn handelwijze na de aanslagen van 11 maart in Madrid, zo liet hij herhaaldelijk weten. De centrumrechtse politicus staat daarom maandag uit vrije wil in Madrid voor de parlementaire commissie die de reacties onderzoekt van Spaanse politici en autoriteiten na de terreuracties tegen vier forensentreinen, die 191 levens eisten.

ANP
25 November 2004 21:41Gewijzigd op 14 November 2020 01:55

Aznar zou aanvankelijk op 22 november voor de commissie verschijnen. Die datum werd uitgesteld omdat de commissieleden eerst vier officieren van de Guardia Civil (militaire politie) wilden horen. De commissie gaf de medewerkers van de Guardia Civil voorrang, omdat onlangs aan het licht kwam dat een politiechef niets of te weinig had gedaan met inlichtingen van een informant over de Spanjaard Antonio Toro, die de daders van de aanslagen explosieven zou hebben geleverd.

Toro is slechts een van de weinige Spanjaarden die worden verdacht van betrokkenheid bij de terreuracties. De meeste opgepakte verdachten zijn militante moslims afkomstig uit Noord–Afrika. Een handjevol verdachten verkeert nog op vrije voeten, terwijl zeven vermoedelijke betrokkenen kort na de aanslag zelfmoord pleegden.

Aznar moet voor de commissie uitleggen waarom hij in de dagen na de aanslagen bleef volhouden dat de acties het werk waren van de Baskische terreurbeweging ETA, hoewel er al vrij snel aanwijzingen waren dat moslimextremisten verantwoordelijk waren. Volgens waarnemers kostte die hardnekkigheid de partij van Aznar, de Volkspartij (PP), de overwinning in de parlementsverkiezingen die op 14 maart, drie dagen na de aanslagen, werden gehouden.

De sociaal–democratische PSOE van José Luis Rodríguez Zapatero, de huidige premier van Spanje, werd de winnaar van die stembusgang. Zapatero verschijnt op 13 december voor de parlementaire commissie. De voorzitter van de vereniging van slachtoffers van 11 maart, Clara Escribano, is twee dagen later aan de beurt.

De commissie begon in juli met de eerste verhoren. Sindsdien zijn onder anderen een aantal parlementariërs, hoge politiefunctionarissen en medewerkers van inlichtingendiensten gehoord.

De Europese terreurbestrijder Gijs de Vries maakte op 10 november zijn opwachting in Madrid. De commissie achtte de getuigenis van De Vries relevant met het oog op toekomstige maatregelen tegen terrorisme. De Vries zei voor de commissie dat hij niet over informatie beschikte over mogelijke banden tussen radicale moslims en de ETA.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer