De getuige sprak tijdens een hoorzitting van het Hooggerechtshof in Londen. Een rechter van het hof onderzoekt de dood van opvarenden van de trawler Bugaled Breizh uit Bretagne, die op 15 januari 2004 snel zonk bij mooi weer voor de kust van Cornwall. Familieleden van de vijf omgekomen bemanningsleden hopen dat het onderzoek, dat maandag is begonnen, hun overtuiging zal bevestigen dat de trawler is gezonken door een militaire onderzeeër. Twee lichamen zijn nooit gevonden.

Peter McLelland, de piloot van een reddingshelikopter, verklaarde dat hij en de andere personen aan boord een onderzeeër aan de oppervlakte zagen, door een meevliegende duiker van de Royal Navy geïdentificeerd als een onderzeeër van de Walrusklasse. Hij zei dat hij de duikboot twee keer heeft gezien tijdens hun vier uur durende zoek- en reddingsmissie. Op dat moment vonden er NAVO- en Royal Navy-oefeningen plaats in het gebied, met onder meer de Nederlandse duikboot Dolfijn. Het is de bedoeling dat een functionaris van de Nederlandse marine maandag een verklaring aflegt per videoverbinding.

De helikopterpiloot zei dat hij aan het einde van de dienst had gezegd dat ze bij de kustwacht moesten melden dat ze een onderzeeër in het gebied hadden gezien. „Ik bedoelde niet dat de onderzeeër het ongeluk heeft veroorzaakt. Ik zei alleen dat het een schip was dat in de buurt was”, zei hij.

Het Britse ministerie van Defensie en de Royal Navy ontkennen elke betrokkenheid. Een langdurig Frans onderzoek leverde geen definitieve oorzaak voor de tragedie op. De Britten stelden een eigen onderzoek in omdat twee lichamen door de Britten zijn geborgen.