Veel Nederlanders willen internationalere Dodenherdenking
Vier op de tien Nederlanders vinden dat Dodenherdenking op 4 mei een internationaler karakter zou moeten krijgen. Op die dag zou er meer aandacht moeten zijn voor het wereldwijde karakter van de Tweede Wereldoorlog. 43 procent heeft er geen bezwaar tegen als de ambassadeurs van de voormalige bezettende landen Duitsland en Japan dan ook op de Dam zouden staan.
Een onderzoek dat de Oorlogsgravenstichting heeft laten doen toont aan dat met name mensen die waarde hechten aan herdenken, ook veel voelen voor een Europese herdenkingsdag. Een grote meerderheid van de Nederlanders neemt jaarlijks op de een of andere manier deel aan een herdenking. Opvallend is dat zestigplussers zeggen dat blijven herdenken belangrijk is voor jongeren. Die vinden zelf dat herdenken moet blijven voor de oudste generaties. De meeste mensen willen dat er ook nationale herdenkingen blijven bestaan.
De Oorlogsgravenstichting viert zaterdag het 75-jarig bestaan op het Nationaal Ereveld in Loenen (Gelderland). De stichting is kort na de oorlog opgericht om gevallen Nederlanders een waardige rustplaats te bezorgen. Nu beheert de Oorlogsgravenstichting ruim 50.000 Nederlandse oorlogsgraven over de hele wereld. In totaal staan 180.000 mensen bij de stichting geregistreerd als oorlogsslachtoffer. Onder hen zijn ook de gevallenen van de vele missies en andere oorlogsconflicten na de Tweede Wereldoorlog.
Een derde van alle Nederlanders heeft ooit de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats in het Zuid-Limburgse Margraten bezocht. Een kwart was ooit op de Grebbeberg in Rhenen, de eerste oorlogsbegraafplaats in Nederland waar militairen rusten die sneuvelden in de begindagen van de oorlog. Een op de vijf Nederlanders bezocht de Britse begraafplaats in Oosterbeek. Andere oorlogskerkhoven zoals in Amersfoort, Loenen, Holten en de Duitse begraafplaats in Ysselsteyn zijn minder bekend.