In het donderdag verschenen rapport komt de Volksbank het gunstigst uit de vergelijking. Het moederbedrijf van SNS, ASN Bank, RegioBank en BLG Wonen scoort een 8,6. Verzekeraar Athora staat met een 8,4 op de tweede plaats. Verder scoren alleen Bunq (7,6), Triodos Bank (7,5), ING (6,3) en ASR (6) een voldoende. De overige 21 financiële instellingen presteren volgens de onderzoekers ondermaats. Daaronder zijn bijvoorbeeld grote banken als Rabobank en ABN AMRO, die alle twee niet verder kwamen dan een 4,5.

Verzekeraar Menzis staat op de laatste plaats, met een 0,9. Ook pensioenfondsen doen volgens het rapport te weinig om klimaatverandering tegen te gaan. ABP komt met een 4,8 het dichtst in de buurt van een voldoende.

Het onderzoek is gedaan door bureau Profundo. Amnesty International, Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX en World Animal Protection zijn de opdrachtgevers. Zij vinden de uitkomsten „alarmerend” en pleiten voor meer regelgeving om de sector ‘klimaatproof’ te maken.

De cijfers zijn gebaseerd op diverse factoren. Zo bekeken de onderzoekers of financiële instellingen concrete doelen hebben gesteld om hun activiteiten in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs. In dat akkoord staat het streven om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad ten opzichte van de tijd voor de industrialisering.

Verder wordt bekeken of instellingen de zogeheten CO2-voetafdruk op een betrouwbare manier meten en of ze actieplannen hebben. Volgens de Eerlijke Bankwijzer is duidelijk dat „serieuze toewijding” nodig is om de opwarming tegen te gaan, ook van de financiële sector.

De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) laat in een reactie weten dat banken „de urgentie delen” om klimaatverandering tegen te gaan. Ze zullen uiterlijk volgend jaar actieplannen klaar hebben die bijdragen aan vermindering van de CO2-uitstoot, aldus de brancheorganisatie. Die wijst er verder op dat in het Nederlandse klimaatakkoord al de nodige afspraken zijn gemaakt.

Pensioenfondsen benadrukken dat ze bezig zijn met de invoering van beter klimaatbeleid. Ook zij komen uiterlijk in 2022 met actieplannen om ‘Parijs-proof’ te worden. De Pensioenfederatie, die hen vertegenwoordigt, gaat ervan uit dat het meten van de uitstoot van bedrijven de komende jaren steeds beter mogelijk zal worden door EU-wetgeving. Enkele fondsen hebben al besloten te stoppen met investeringen in fossiele brandstoffen. „Andere blijven aandeelhoudersdruk uitoefenen om deze bedrijven te bewegen naar duurzame energiebronnen”, aldus de Pensioenfederatie. Die rekent bij een volgende editie op hogere scores.