Een minderheidskabinet? Dat wordt ploeteren
Na een week pauze pakt politieke krachtpatser en informateur Remkes de draad weer op. Maandag gaat hij met Rutte, Kaag en Hoekstra „de balans opmaken”, om ergens volgende week de Kamer te laten weten of het nog iets wordt met dat minderheidskabinet.
Stellig betrekt hij bij dat opmaken van de balans het verloop van de Algemene Politieke Beschouwingen (APB). Want die leren ons best iets over de haalbaarheid van zo’n coalitie.
Wat precies? Om te beginnen dat zo’n coalitie geen fata morgana is. Wie het urenlange debat van deze week een cijfer moet geven, geeft dat waarschijnlijk een voldoende. Jawel, het begon woensdag met veel gehakketak. Maar na een oproep van CDA’er Heerma („Voorzitter, wat staan we hier nu te doen? Laten we alsjeblieft aan de slag gaan en gaan praten over de begroting en over de grote vraagstukken van onze tijd”), ontstond er zowaar een redelijk inhoudelijk debat.
D66-woordvoerder Jetten concludeerde donderdagavond zelfs dat er „een vleugje magie” in de vergaderzaal hing. „Wat maandenlang niet lukte, slaagde gisteren en vandaag wel. Partijen uit het brede midden, progressief en conservatief, zijn met elkaar in gesprek gegaan langs de lijnen van de inhoud: over het klimaat, de sociale zekerheid, de woningnood, de lerarensalarissen, onze veiligheid”, juichte het Kamerlid.
Inderdaad, zo kún je het zien. Het debat leverde bovendien iets concreets op: 2 miljard euro aan extra investeringen. En dat alles gesteund door bijna de gehele Kamer. Die eensgezindheid en positiviteit lijken een minderheidskabinet op zijn minst een kans van slagen te bieden.
Maar… de APB lieten nog meer zien. Eén: dit type samenwerking is niet gratis. „VVD koopt gunst van links. Worden dure jaren”, twitterde Bart Jan Spruyt donderdag.
Twee: ook al schaarde zich deze week bijna de hele Kamer achter de extra investering van twee miljard euro, wat zegt dat eigenlijk? Politieke partijen weigeren nooit extra geld. Toch is, als VVD, D66 en CDA later lastige besluiten moeten nemen, de steun van PvdA en GL allerminst gegarandeerd. Dan wordt het voor Rutte en de zijnen alsnog per thema ploeteren en zwoegen om meerderheden bij elkaar te sprokkelen.
Drie: als we het goed zien, staan de achterkamertjes vanaf nu leeg. Rutte zal zijn favoriete werkwijze, namelijk besluiten achter gesloten deuren minutieus voorkoken, moeten opgeven. PvdA en GL doen daar immers niet aan mee. Deals zullen vanaf nu in de openbaarheid, in voor ieder toegankelijke Kamerdebatten, tot stand moeten komen.
Vier: een minderheidskabinet zal minder ruimte hebben om een eigen draai te geven aan Kameruitspraken. Dat zagen we deze week al gebeuren. Ging de oude coalitie ten langen leste in op de wens van een Kamermeerderheid om de salarissen in de zorg te verhogen, maar stond de financieringswijze het parlement niet aan? Geplaatst tegenover een zelfbewuste volksvertegenwoordiging moest het demissionaire kabinet bakzeil halen en de financiële onderbouwing aanpassen.
Laten we vragend, maar positief eindigen: gaan we het dan toch nog meemaken dat een minderheidskabinet –als dat er komt– tot een andere en betere bestuurscultuur gaat leiden?