Binnenland

Advocaat afstandsmoeder: baby werd tussen haar benen weggehaald

Het rechtssysteem heeft ongetrouwde moeders vroeger gediscrimineerd, en de Staat wist daarvan. Dat zei de advocaat van zo’n ‘afstandsmoeder’, Trudy Scheele-Gertsen. Zij was 22 en alleenstaand toen zij in 1968 een kind kreeg. Ze deed afstand van het jongetje. Dat gebeurde tegen haar wil, nadat ze onder druk was gezet door onder meer de Raad voor Kinderbescherming, zegt ze. Daarom heeft ze met lotgenoten een zaak aangespannen tegen de Nederlandse staat.

ANP
24 September 2021 12:35Gewijzigd op 24 September 2021 15:10

De advocaat van Scheele-Gertsen legde vrijdag uit wat de ‘afstandsmoeder’ toen is overkomen. „Ze was uitgeput door een urenlange bevalling, overmand door emoties, ze had scheurende pijn en ze bloedde. Op dat moment hebben ze het kind, Willem Jan, tussen haar benen vandaan gepakt en weggedragen. Ze werd niet behandeld als moeder, als mens. Het moest duidelijk zijn dat ze geen enkele zeggenschap had over haar kind, dat haar stem niet werd gehoord.” De advocaat voegde eraan toe: „Hoe is het te verantwoorden dat Willem Jan direct werd weggenomen van zijn moeder, dat hij niet eens de warmte van haar huid mocht voelen? Dat men zijn moeder aan haar lot heeft overgelaten in een maatschappij die ongehuwde moeders buitensloot?”

Het jongetje zat de eerste jaren van zijn leven in een tehuis van nonnen van de Paula Stichting in het Gelderse Oosterbeek. Daar ging het slecht met hem. Volgens de advocaat liet de Raad voor de Kinderbescherming „het kind daar liever wegkwijnen dan een hand uit te steken naar zijn ongehuwde moeder. De raad heeft niets gedaan om ervoor te zorgen dat moeder en zoon bij elkaar konden zijn. De raad heeft moeder en kind in de steek gelaten.”

Scheele-Gertsen zelf zegt dat ze erkenning wil. „Het trauma gaat nooit meer weg, de geschiedenis kunnen we niet veranderen. Je deed er niet toe, het maakte niemand uit hoe het met je ging. Maar doordat het erkend wordt, dat iedereen weet dat het niet onze schuld is, wordt het voor ons gemakkelijker om te verwerken”, zei ze. Haar weggenomen zoon, inmiddels een volwassen man, zat op dat moment achter haar in de rechtszaal.

Tussen 1956 en 1984 hebben waarschijnlijk ongeveer 15.000 vrouwen afstand gedaan van hun kind omdat ze ongehuwd zwanger werden.

De Staat zegt dat de zaak is verjaard, omdat het zo lang geleden is gebeurd. Bovendien zou er geen bewijs zijn voor onrechtmatig handelen. „Ik doe niets af aan de ervaringen van de vrouwen, maar kwam dit alleen door de Kinderbescherming? Of was het de samenleving als geheel?”, vroeg landsadvocaat Mette van Asperen . Ze voegt eraan toe dat minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) „met deze groep vrouwen in gesprek wil blijven. Hij herkent het leed en noemt het een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Nederland. Dat doet hij niet voor niets”.

De rechtbank wil op 15 december uitspraak doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer