Pleidooi voor ‘eigen’ Molukse kerk
De Molukse kerk moet volgens dr. Simon Ririhena veel meer haar eigen wortels waarderen: de Ambonese religie.
„Eeuwenlang werd deze door de Nederlandse zending gezien als heidens”, zegt Ririhena. „Het gevolg was een leven in twee werelden: de zondagse kerkdienst en de beleving van de eigen cultuur.”
Dit jaar staat de Molukse gemeenschap stil bij het historische feit dat zij 70 jaar in Nederland is. Uit de vele activiteiten blijkt dat het trauma nog vaak aanwezig is bij de kinderen en kleinkinderen van de ex-militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL).
Opvallend is echter dat wat de Molukkers het meest dierbaar was, wat hun troost en beschutting gaf –hun geloof in de almachtige God– in de media niet of nauwelijks zicht- en hoorbaar was, zo stelt dr. Ririhena, rector van het Institute for Intertextual Theology (voorheen: Moluks Theologisch Seminarie) en onderzoeker aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Beide instellingen beleggen zaterdag in het Catharijneconvent te Utrecht een conferentie over geloof en identiteit.
In de beginjaren van hun verblijf in Nederland werden Molukkers in verafgelegen kampen gestopt. De meeste Nederlandse zusterkerken hielden hun lippen stijf op elkaar, keken de andere kant op en lieten hen links liggen, aldus dr. Ririhena. „Daarmee hielden zij de scheiding in stand: Molukkers horen hier niet en hun kerk ook niet.”
U bepleit een inheemse Molukse kerk. Waarom?
„Voor een buitenstaander is de Molukse kerk calvinistisch, maar dat is slechts een dunne vernislaag. Daaronder zijn andere lagen te zien: de adat, de voorouders en verschillende typisch Molukse culturele en sacrale symbolen. Wie God is, kan het beste worden uitgedrukt in de eigen taal en rituelen. Jongere Molukkers zijn op zoek naar hun eigen wortels omdat ze Molukse namen hebben en een eigen gemeenschap vormen. Ze willen nieuwe betekenissen aan oude vormen geven. Volgens theoloog Eduard Groen zal de Molukse kerk over 25 jaar verdwenen zijn als zij alleen maar vasthoudt aan de tradities die de Molukkers sinds de jaren vijftig naar Nederland brachten. De nood in de Molukse kerken is hoog: predikanten hebben soms twee of drie gemeenten, het pastoraat is vaak ter ziele en een nieuwe generatie vindt dat de huidige leiding te weinig oog heeft voor haar problematiek.”